170
4.3
SG Ready-
gebruiksaanwijzing
4.4
Extra verwarmingen instellen
en tweede warmtebron
NL
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/water-warmtepomp
PSG7 (P207):
Als het gedwongen inschakelcommando geactiveerd is, legt deze parameter de gewens-
te temperatuur in de tapwateropwarmingsmodus vast. De hoogste waarde van deze
parameter is de maximale bedrijfstemperatuur van de warmtepomp (70 °C). Als PSG7 =
UIT, de aanbevolen. Commando heeft geen invloed op de tapwateropwarmingsmodus. Als
PSG7 = 65 °C: Wanneer het aanbevolen commando is ingeschakeld, zal de warmtepomp de
doeltemperatuur voor de verwarming van het tapwater wijzigen in 65°C en werken met de
verwarming ingesteld op
PSG8.
PSG8 (P208): Deze parameter bepaalt de toebehoren die nodig zijn voor verwarming
wanneer de warmtepomp moet worden omgeschakeld naar tapwaterverwarming of
verwarmingsmodus terwijl de SG-Ready in werking is. Als PSG8 = 0 (warmtepomp + E1/
E2), kunnen zowel de warmtepomp als de boosterverwarming werken wanneer de SG
Ready-functie de warmtepomp moet starten.
De werklogica van E1 en E2 volgt de normale logica van extra activering. De nieuwe
doeltemperatuur wordt bereikt met de warmtepomp en de bijverwarming (indien nodig).
Als PSG8=1 (alleen E1/E2), start de warmtepomp niet wanneer de SG Ready-functie een
nieuwe insteltemperatuur moet bereiken. De nieuwe gewenste temperatuur kan alleen
worden bereikt zonder de warmtepomp. Deze optie is handig wanneer de gebruiker het
niet wil starten wanneer SG-Ready het nodig heeft.
Wanneer PSG8=2 (alleen warmtepomp), kunnen E1 en E2 niet starten wanneer de SG
Ready-functie moet worden gestart. De nieuwe streeftemperatuur kan alleen met de
warmtepomp worden bereikt.
Bediening elektr. bijverwarming E1
De elektr. hulpverwarming E1 is effectief in de WW-modus.
Bediening elektr. bijverwarming E1:
Beginvoorwaarde 1:
• De werkelijke temperatuur van de drinkwateropslagtank ≥ [P35]
• Gewenste drinkwatertemperatuur [P04] Warmwaterboilertemperatuur ≥ [P07]
De elektr. hulpverwarming E1 wordt ingeschakeld als tegelijkertijd aan bovenstaande
voorwaarden wordt voldaan.
Stopvoorwaarde 1:
• Warmwaterboilertemperatuur ≥ Warmwaterstreeftemperatuur [P04]
• Temperatuur warmwaterboiler < [P35] -2 °C
Als aan een van bovenstaande voorwaarden is voldaan, kan de elektr. hulpverwarming uit.
Opmerking:
In drinkwatermodus is de elektr. bijverwarming E1 ingeschakeld aan het begin van het
ontdooiproces en uitgeschakeld aan het einde van het ontdooiproces.
Als er een probleem is met de warmtepomp in SWW-modus (behalve een storing in de
SWW-sensor), wordt de elektr. bijverwarming E1 ingeschakeld en werkt normaal volgens
de ingestelde tapwatertemperatuur.
Bediening elektr. bijverwarming E2
De elektr. extra verwarming E2 heeft twee functies, die worden bepaald door parameter
[P81]: [P81] = 0, A/C verwarming, [P81] = 1, de tweede warmtebron A/C elektrische
verwarmingsfunctie