22
nl | Configuratie
–
–
Camera-LED
Klik op het selectievakje Ingeschakeld of Uitgeschakeld om de Camera-LED in of uit te
schakelen.
Selecteer Automatisch uitschakelen om de camera te laten bepalen wanneer de led moet
worden uitgeschakeld.
De camera-LED wordt geactiveerd wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. De
LED wordt na 5 min. automatisch uitgeschakeld.
USB-poort
Selecteer het overeenkomstige keuzerondje om de usb-poort in - of uit te schakelen.
Als de usb-poort is ingeschakeld, wordt een tooltipbericht weergegeven als er geen
ondersteunde usb-apparaten worden gedetecteerd.
Apparaat opnieuw opstarten
Klik op de knop Opnieuw opstarten om het apparaat opnieuw op te starten. De gehele
opstartprocedure neemt ongeveer 60 seconden in beslag.
Instellingen herstellen
Klik op Herstellen om alle instellingen, met uitzondering van de netwerkinstellingen, terug te
zetten op de standaardwaarden.
Opmerking: Als u op deze knop klikt, wordt ook het wachtwoord op serviceniveau gewist.
Operators moeten het wachtwoord resetten voordat ze iets anders doen.
Fabrieksinstellingen
Klik op Standaard om de standaardwaarden van alle instellingen, inclusief wachtwoorden en
netwerkinstellingen, te herstellen.
Opmerking: Als u op deze knop klikt, wordt ook het wachtwoord op serviceniveau gewist.
Operators moeten het wachtwoord resetten voordat ze iets anders doen.
4.4.2
Displaystamping
Verschillende overlays en stempels in de video geven belangrijke aanvullende informatie. Deze
overlays kunnen afzonderlijk worden ingeschakeld en op een overzichtelijke wijze in het beeld
worden gerangschikt.
Met de onderstaande menu's kan de configuratie van de afzonderlijke stampingopties worden
geconfigureerd. In de respectieve voorbeeldvensters wordt een voorbeeld van de
geconfigureerde tekst- en achtergrondstijlen weergegeven.
Klik op Instellen om de wijzigingen toe te passen.
2023-08 | V01 | F.01U.393.997
–
De Focusindicator toont een waarde voor de focuskwaliteit van het beeld. Hoe hoger
de waarde, hoe scherper het beeld.
Objectief
–
Geeft het type objectief aan dat wordt gebruikt.
IR-gecorrigeerd objectief
–
Klik op het selectievakje om de IR-correctiefunctie te activeren of deactiveren.
De instelling van de objectiefmodus is van essentieel belang voor het verzekeren van
optimale prestaties. Bij daglicht is de IR-gecorrigeerde modus niet vereist. In donkere
omgevingen waarin het licht grotendeels wordt geleverd door de IR-stralers, moet
het objectief worden ingesteld op de IR-gecorrigeerde modus. Schakel anders, als er
voldoende omgevingslicht beschikbaar is, de IR-gecorrigeerde modus uit. Een
onjuiste objectiefinstelling kan leiden tot een onjuiste scherpstelling.
Bedieningshandleiding
DINION 5100i IR
Bosch Security Systems B.V.