5.3.5
Gemiddelde waarde-pulsen
Bij gemiddelde waardepulsen wordt regelmatig tussen twee stromen geschakeld waarvoor een
gemiddelde stroomwaarde (AMP), een pulsstroom (Ipuls), een balance (
vooraf wordt ingesteld. De ingestelde gemiddelde stroomwaarde in ampère is doorslaggevend, de
pulsstroom (Ipuls) wordt procentueel ten opzichte van de gemiddelde stroomwaarde (AMP) ingesteld in
parameter
. De pulspauzestroom (IPP) hoeft niet te worden ingesteld. Deze waarde wordt door de
apparaatbesturing berekend zodat de gemiddelde waarde van de lasstroom (AMP) wordt aangehouden.
AMP = hoofdstroom; bijv. 100 A
IPL = pulsstroom = IP1 x AMP; bijv. 170 % x 100 A = 170 A
IPP = pulspauzestroom
Tpuls = duur van een pulscyclus = 1/FrE; bijv. 1/1 Hz = 1 sec.
bAL = balance
De pulspauzestroom (IPP) hoeft niet te worden ingesteld. Deze waarde wordt door de
apparaatbesturing berekend zodat de gemiddelde lasstroomwaarde altijd aan de geselecteerde
hoofdstroom voldoet.
Voor de instelling van parameters > zie hoofdstuk 5.3.6.
Selecteren
5.3.5.1
Gemiddelde waardepulsen in stijgende positie (PF)
Deze pulsvariant is speciaal ontwikkeld voor het lassen in verticale positie (PF). De gebruiker kan indien
gewenst de vooringestelde lasparameters wijzigen:
Parameter
Parameter
Parameter
Selecteren
099-002060-EW505
24.03.2017
beschrijft de correctie van de pulsstroom
beschrijft de correctie van de frequentie
beschrijft de correctie van de balance
Afbeelding 5-18
Afbeelding 5-19
Afbeelding 5-20
Opbouw en functie
Elektrodelassen
) en een frequentie (
)
29