Wachtwoorden
Wachtwoorden voorkomen onbevoegde toegang tot uw computer. Neem bij het gebruik van wachtwoorden
de volgende richtlijnen in acht:
•
Kies een wachtwoord dat makkelijk te onthouden, maar niet makkelijk te raden is. Gebruik bijvoorbeeld
geen namen van familieleden of huisdieren.
•
Bovendien is het raadzaam de wachtwoorden niet op te schrijven. Schrijft u ze wel op, bewaar ze dan
op een veilige plaats.
•
Geef de wachtwoorden aan niemand door.
•
Controleer of er niemand meekijkt terwijl u het wachtwoord invoert.
KENNISGEVING:
Wachtwoorden bieden een hoog beveiligingsniveau voor gegevens op de computer of vaste
schijf. Ze zijn echter niet onfeilbaar. Als u meer beveiliging wenst, moet u andere vormen gebruiken, zoals smartcards,
programma's voor gegevenscodering of pc-kaarten met coderingsfuncties.
Gebruik de optie Gebruikersaccounts in het Configuratiescherm van het Microsoft
besturingssysteem om gebruikersaccounts te maken of om wachtwoorden te wijzigen. Wanneer u een
gebruikerswachtwoord hebt gemaakt, moet u dit invoeren telkens wanneer u de computer inschakelt of
ontgrendelt. Als u het wachtwoord niet binnen 2 minuten invoert, keert de computer terug naar de eerdere
toestand.
Zie de Windows-documentatie voor meer informatie.
®
®
Windows
-
De computer beveiligen
73