TPM — trusted platform module — Een op hardware
gebaseerde beveiligingsfunctie die in combinatie met
beveiligingssoftware de netwerk- en computerbeveiliging
verbetert door functies als bestands- en e-mailbeveiliging
in te schakelen.
U
UAC — user account control (gebruikersaccountbeheer) —
Beveiligingsfunctie van Microsoft Windows Vista®
waarmee, indien ingeschakeld, een extra beveiligingslaag
wordt toegevoegd tussen gebruiksaccounts en toegang tot
besturingssysteeminstellingen.
uibreidingskaart — Een printplaat die in sommige
computers in een uitbreidingssleuf op de systeemkaart
wordt geïnstalleerd, waardoor de mogelijkheden van de
computer worden uitgebreid. Voorbeelden zijn video-,
modem- en geluidskaarten.
uitbreidingssleuf — Een connector op de systeemkaart
(in sommige computers) waarin u een uitbreidingskaart
kunt steken zodat deze met de systeembus wordt verbonden.
uitgebreide pc-kaart — Een pc-kaart die bij de plaatsing
uit de pc-kaartsleuf steekt.
UMA — unified memory allocation (verenigde
geheugentoewijzing) — Systeemgeheugen dynamisch
toegewezen aan video.
UPS — uninterruptible power supply (continue
stroomvoorziening) — Een reservestroombron die wordt
gebruikt wanneer de stroom uitvalt of daalt tot een
onacceptabel voltageniveau. Met een UPS blijft de
computer een beperkte tijd werken wanneer er geen
stroom meer is. UPS-systemen bieden doorgaans
piekonderdrukking en soms ook spanningsregeling. Kleine
UPS-systemen zorgen ook voor batterijstroom gedurende
een aantal minuten om u in staat te stellen de computer
uit te schakelen.
170
Woordenlijst
USB — universal serial bus (universele seriële bus) — Een
hardware-interface voor een langzaam apparaat, zoals een
toetsenbord, muis, joystick, scanner, luidsprekerset,
printer, breedbandapparaat (DSL en kabelmodems),
imaging- of opslagapparaat dat compatibel is met USB.
Apparaten worden direct via een 4-pins contact verbonden
met de computer of via een multi-porthub die op de
computer wordt aangesloten. USB-apparaten kunnen
wordt gekoppeld en ontkoppeld terwijl de computer wordt
ingeschakeld en kunnen ook worden
UTP — unshielded twisted pair (onafgeschermde
gevlochte paren) — Beschrijft een kabeltype dat gebruikt
wordt bij de meeste telefoonnetwerken en een aantal
computernetwerken. Paren van onafgeschermde kabels
zijn gevlochten om te beschermen tegen elektromagnetische
storing, in plaats van te vertrouwen op een metalen huls
rondom elk paar.
UXGA — ultra-extended graphics array — Een
videostandaard voor videokaarten en -controllers die
resoluties ondersteunt van maximaal 1600 x 1200.
V
V — volt — De eenheid van elektrisch vermogen of
elektromotieve kracht. Eén V verschijnt over een weerstand
van 1 ohm wanneer een stroom van 1 ampère door die
weerstand stroomt.
vaste schijf — Een station dat gegevens op een harde
schijf leest en ernaar schrijft. De termen vaste schijf en
harde schijf worden allebei gebruikt.
vernieuwingsfrequentie — De frequentie in Hz waarmee
de horizontale lijnen op het beeldscherm opnieuw worden
geladen (ook wel de verticale frequentie genoemd). Hoe
hoger de vernieuwingsfrequentie, des te minder knipperingen
er door het menselijk ook gezien kunnen worden.
videocontroller — De circuits op een videokaart of op de
systeemkaart (op computers met een ingebouwde
videocontroller) die voor de videomogelijkheden zorgt —
in combinatie met de monitor — van uw computer.
videogeheugen — Geheugen dat bestaat uit
geheugenchips speciaal voor videofuncties. Videogeheugen is
gewoonlijk sneller dan systeemgeheugen. De hoeveelheid
videogeheugen die geïnstalleerd is, beïnvloedt voornamelijk
het aantal kleuren dat een programma kan weergeven.