Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
Bovendien zijn collectieve ventilatiekanalen toegestaan die een
depressie in de installatieomgeving kunnen veroorzaken, zelfs als ze in
aangrenzende omgevingen zijn geïnstalleerd en in verbinding staan
met de installatieruimte.
• Het is verboden vaste of mobiele openingen in het rookkanaal aan te brengen om
andere toestellen dan waarvoor het gebruikt wordt aan te sluiten,
• Het is verboden om andere luchttoevoerkanalen en -leidingen voor
installatietechnische doeleinden in het rookkanaal te laten passeren,
zelfs als deze te groot zijn.
• Het verdient aanbeveling om het rookkanaal te voorzien van een verzamelkamer
voor vaste stoffen en eventueel condenswater, gelegen onder de monding van
het rookkanaal, zodat deze eenvoudig kan worden geopend en geïnspecteerd
met behulp van een luchtdichte deur.
• Indien er rookkanalen met parallelle uitlaten worden gebruikt, is het raadzaam om het
rookkanaal één element tegen de wind in omhoog te brengen. (fig.4).
4. toegestane en verboden methoden van rookafvoerinstallatie
Voor de installatie van producten met rookafvoer
bovenaan is het verplicht om de rookgasafvoerkit
te gebruiken die zorgt voor de isolatie van de
verticale pijp die in de kachel blijft.
2.4.3 SCHOORSTEENKAP
Het rookkanaal moet bovenaan zijn uitgerust met een apparaat, een zogenaamde
schoorsteenkap, ontworpen om de verspreiding van verbrandingsproducten in de
atmosfeer te vergemakkelijken. De schoorsteenkap moet aan de volgende eisen
voldoen:
• Zorg ervoor dat de doorsnede en de interne vorm gelijkwaardig zijn aan die van het
rookkanaal.
• Zorg voor een nuttig uitlaatgedeelte dat niet minder is dan het dubbele van dat
van het rookkanaal.
• De schoorsteenpot die uit het dak steekt of in contact blijft met de
buitenwereld (bijvoorbeeld bij een open zolder) moet worden afgedekt
met bakstenen elementen en in ieder geval goed geïsoleerd zijn. Zo
geconstrueerd zijn dat voorkomen wordt dat regen, sneeuw en vreemde
voorwerpen in het rookkanaal binnendringen en dat
Herz. 01
bij wind uit alle richtingen en hellingen is de afvoer van
verbrandingsproducten nog steeds verzekerd (winddichte
schoorsteen).
• De schoorsteenkap moet zodanig worden geplaatst dat een adequate
verspreiding en verdunning van de verbrandingsproducten wordt
gegarandeerd en in ieder geval buiten de refluxzone. Dit gebied heeft
verschillende afmetingen en vormen, afhankelijk van de hellingshoek van het
dak, dus het is noodzakelijk om de minimale hoogten aan te nemen die
worden weergegeven in figuur 7.
• De schoorsteenkap moet van het winddichte type zijn en hoger zijn dan de
nokhoogte (zie fig.5).
• Gebouwen of andere obstakels die de hoogte van de schoorsteen
overschrijden, mogen zich niet in de buurt van de schoorsteen zelf
bevinden (zie afb. 5).
-
5. toegestane en verboden methoden voor het installeren van schoorsteenkappen
-
MAX
45º
H min
Helling
van het dak [G]
15
30
45
60
Tekst in originele taal
0,5 m
<5m
> 5m
6. plat dak
Afstand > A
Afstand/afstand < A
volledige as
G
nok as
Hoogte
Horizontale breedte
zontaal van
minimaal
refluxgebied
uitlaat van
dak Hmin =
vanaf de as van
Z+0,50m
volledige A[m]
1,85
1.00
1,50
1.30
1.30
2.00
1.20
2,60
7. schuin dak
Voor installatie dient u zich te houden aan de
UNI10683-norm of eventuele beperkingen in het
land van gebruik.
<5m
0,5 m
HET
0,5 m boven de nok 0,5
m boven de nok
refluxgebied
terugstroom gebied
Z
Hoogte van
refluxgebied
Z [m]
0,50
0,80
1,50
2.10
9
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
