Inhoudsopgave
Advertenties
De volgende alarmen worden verwacht:
Bron van het alarm
Geen netstroom
Sonde voor rooktemperatuur
Te hoge rooktemperatuur
Rookventilator defect
Het niet ontsteken
Uitschakelen tijdens werkfase
Algemene veiligheidsthermostaat
Veiligheidsdrukschakelaar voor vijzel
Elke alarmsituatie zorgt ervoor dat het product
onmiddellijk wordt uitgeschakeld.
Wanneer het product een abnormale toestand vertoont
Controleer, nadat het apparaat is afgekoeld, het type storing (zie
vorige lijst) en controleer de resolutie ervan (6
PROBLEEMOPLOSSING op pagina 22). Als het probleem aanhoudt,
neem dan contact op met de plaatselijke TAC. Nadat het probleem
is opgelost, moet u, voordat u een nieuwe ontsteking probeert, de
verbrandingskamer reinigen (zie "4.1 DAGELIJKSE/WEKELIJKSE
REINIGING" op pagina 19).
Bij twijfel over het gebruik van de kachel, bel
ALTIJD de TAC om schade te voorkomen!
5.1 GEEN ELEKTRICITEIT (BLACK-OUT)
Alarm veroorzaakt door een stroomstoring tijdens het
opstarten of normaal gebruik.
Het bericht "Alarm actief" "bij 1 - black-out" wordt weergegeven.
HET
Het alarm kan worden gereset door de knop (4) ingedrukt te
houden.
Het bericht "FINAL CLEANING" (EINDREINIGING) verschijnt op het display totdat de
temperatuur van de rookgassen daalt tot een vooraf door de fabrikant vastgestelde
waarde, waarna het bericht "OFF" wordt weergegeven.
Maak na het uitschakelen de vuurpot schoon en start de kachel opnieuw met behulp van de knop
(4).
40. bedieningspaneel - onderbreking van de elektriciteitsvoorziening
5.2 ALARM ROOKTEMPERATUURSONDE
Het treedt op als de sonde voor het detecteren van de rooktemperatuur
defect raakt of wordt losgekoppeld.
De melding "Alarm actief" "bij 2 - rooksonde" wordt weergegeven. De
kachel start automatisch de uitschakelprocedure.
Nadat de procedure is voltooid, moet het alarm worden gereset
door de knop (4) ingedrukt te houden.
Het bericht "FINAL CLEANING" (EINDREINIGING) verschijnt op het display totdat de
temperatuur van de rookgassen daalt tot een vooraf door de fabrikant vastgestelde
waarde, waarna het bericht "OFF" wordt weergegeven.
Maak de vuurpot schoon en start de kachel opnieuw met behulp van de knop (4).
Als de kachel nog steeds de fout heeft, zie "6.1 Alarmen/oorzaken/oplossingen" op
pagina 22
20
Weergaveweergave
BIJ 1 - BLACK-OUT
AL 2 - ROOKSONDE
TOT 3 - HETE ROOK
AL 4 - VACUÜMSTORING
BIJ 5 - STORING VAN ONTSTEKING
BIJ 6 - GEEN PELLETS
TOT 7 - THERMISCHE VEILIGHEID
OP 8 - GEEN DEPRESSIE
39. alarmlijst
41. bedieningspaneel - alarm rooktemperatuursonde
5.3 ALARM VOOR ROOK-OVERTEMPERATUUR
Als de rookgassonde een uitlaatgastemperatuur detecteert die hoger is dan de
door de fabrikant ingestelde waarde, verschijnt de tekst "hete dampen" op het
display. Op dit punt wordt het vermogen automatisch tot het minimum
teruggebracht. Deze functie heeft tot doel de temperatuur weer binnen de vooraf
ingestelde gegevens te brengen.
Als de temperatuur om verschillende redenen niet daalt maar verder
stijgt, wordt de tekst "alarm actief" "bij 3 - hete dampen" weergegeven
en start de kachel de uitschakelfase.
Nadat de procedure is voltooid, kan het alarm worden gereset
door de knop (4) ingedrukt te houden.
Het bericht "FINAL CLEANING" (EINDREINIGING) verschijnt op het display totdat de
temperatuur van de rookgassen daalt tot een vooraf door de fabrikant vastgestelde
waarde, waarna het bericht "OFF" wordt weergegeven.
Maak de vuurpot schoon en start de kachel opnieuw met behulp van de knop (4).
Als de kachel nog steeds de fout heeft, zie "6.1 Alarmen/oorzaken/oplossingen" op
pagina 22
42. bedieningspaneel - alarm voor te hoge temperatuur rook
5.4
ALARM STORING
ROOKAFZUIGVENTILATOR
Dit treedt op bij een storing of ontkoppeling van de
rookafzuigmotor.
Het bericht "Alarm actief" "bij 4 - aspiratorfout" wordt weergegeven.
De kachel start automatisch de uitschakelprocedure.
Nadat de procedure is voltooid, kan het alarm worden gereset
door de knop (4) ingedrukt te houden.
Het bericht "FINAL CLEANING" (EINDREINIGING) verschijnt op het display totdat de
temperatuur van de rookgassen daalt tot een vooraf door de fabrikant vastgestelde
waarde, waarna het bericht "OFF" wordt weergegeven.
Maak de vuurpot schoon en start de kachel opnieuw met behulp van de knop (4).
Als de kachel nog steeds de fout heeft, zie "6.1 Alarmen/oorzaken/oplossingen" op
pagina 22
43. bedieningspaneel - alarm rookafzuigventilator
5.5 ALARM BIJ NIET ONTSTEKING
Dit gebeurt als de temperatuur onvoldoende is voor ontsteking.
De melding "Alarm actief" "bij 5 - geen ontsteking" wordt
weergegeven.
De kachel start automatisch de uitschakelprocedure.
Tekst in originele taal
Alarmen
Herz. 01
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
