2.5 POSITIONERING
2.5.1 ALGEMENE OPMERKINGEN
Installatie van het product in slaapkamers, in badkamer- of
doucheruimtes en in kamers waar zich een ander
verwarmingsapparaat bevindt zonder eigen adequate
luchtstroom (open haard, kachel, enz.), buitenshuis
blootgesteld, is verboden. aan weersinvloeden of in ieder
geval in vochtige omstandigheden. gebieden.
Het product moet worden geïnstalleerd op een plaats die veilig en
gemakkelijk gebruik en eenvoudig onderhoud mogelijk maakt. Deze
plaats moet tevens voorzien zijn van een elektrisch systeem met
aarding, zoals vereist door de geldende regelgeving.
LET OP: zorg ervoor dat de stekker voor de
elektrische aansluiting ook na installatie van de
kachel toegankelijk blijft.
2.5.2 MINIMALE VEILIGHEIDSAFSTANDEN
Voor het positioneren van het product adviseren wij een punt zo centraal mogelijk ten
opzichte van de te verwarmen omgeving, om een uniforme verdeling van de warmte te
vergemakkelijken en optimale prestaties te verkrijgen.
Wij raden aan om een vloerbeschermingsplaat in de buurt
van een schoorsteenkanaal of brandbaar materiaal
(bijvoorbeeld parket of tapijt) te plaatsen.
Uit veiligheidsoverwegingen is het raadzaam om een
veiligheidsafstand aan te houden tussen de hete kanten van de
kachel en eventuele brandbare bekledingsmaterialen
(bijvoorbeeld paneelwanden, behang, enz.), of om specifieke
isolatiematerialen te gebruiken die op de markt verkrijgbaar
zijn. Raadpleeg de tabellen met technische gegevens op pagina
51 en volgende om de veiligheidsafstanden te vinden die voor
elk model nodig zijn.
HET
Rookafvoer
achterkant
S
Veiligheidszone voor hete lucht
600
mm
1200 mm
2.5.3 VLOERBESCHERMING
Bij warmtegevoelige of brandbare vloeren moet een
vloerbescherming (bijvoorbeeld plaatstaal, marmer of tegels)
worden gebruikt. Welk type bescherming ook gekozen wordt,
deze moet minimaal 300 mm uit de voorzijde uitsteken,
10
Rookafvoer
Rookafvoer
lateraal
superieur
B
S
G
minimaal 150 mm verwijderd van de zijkanten van het product, is bestand tegen
het gewicht en heeft een dikte van minimaal 2 mm (zie volgende afbeelding).
150
300
mm
mm
2.5.4 MINIMUMAFSTANDEN VOOR POSITIONERING
AAN VAN DE LUCHTINLAAT
De verbrandingsluchtinlaat van de pelletkachel kan niet worden aangesloten op
een luchtverdeelsysteem of rechtstreeks op de luchtinlaat die aan de muur is
aangebracht. Voor een juiste en veilige plaatsing van de luchtinlaat moeten de
beschreven maatregelen en eisen in acht worden genomen. Deze afstanden
moeten worden gerespecteerd om te voorkomen dat de verbrandingslucht uit een
andere bron wordt verwijderd; Als u bijvoorbeeld een raam opent, kan er
buitenlucht naar binnen worden gezogen, waardoor de kachel deze mist.
de luchtinlaat moet minimaal worden geplaatst op:
1,5 meter
1,5 meter
0,3 m
1,5 meter
8. min. afstanden plaatsing van ventilatieroosters
Raadpleeg de geldende regelgeving in het land van
installatie. In Italië is de wetgeving waarnaar verwezen
wordt UNI10683.
B
9. Luchtinlaat met niet-sluitbaar rooster "A"
2.5.5 ROOKAFVOERKANAAL
De constructie van het uitlaatkanaal moet worden
uitgevoerd door gespecialiseerd personeel of bedrijven,
zoals vermeld in de volgende handleiding. Ontwerp het
uitlaatsysteem altijd zo dat reinigen mogelijk is
Tekst in originele taal
Installatie
150
mm
onder
Ver horizontaal-
Deuren, ramen,
rookafvoeren, holtes, enz
verstand
Boven
Ver van
Rookafvoer
1,5 m
1,5 m
0,3 m
NAAR
1,5 m
2 mm
Herz. 01