Gebruiksaanwijzing
zo optimaal mogelijk werken.
VOOR HET MAAIEN
Voordat u gaat maaien moet u de uitwerpselen van
dauw- en regenwormen van het terrein verwijderen
door een bamboestok over het gazon te halen of door
een slang over het terrein te slepen. Controleer of de
maaier juist is afgesteld en gelijkmatig is afgesteld aan
beide zijden van de messenkooi. Indien de maaier niet
goed is afgesteld, zal dit vele malen versterkt af te
lezen zijn in het gemaaide terrein. U moet een rand
van één tot anderhalve meter rond de putting green iets
langer laten dan de putting green zelf. Zodoende zult u
genoeg ruimte hebben om de maaier te draaien zonder
dat u op de green zelf hoeft te draaien.
WIJZE VAN MAAIEN
De greens moeten altijd in rechte banen heen-en-weer
gemaaid worden. Vermijd cirkelende maaibewegingen
en draai de maaier niet op de greens omdat op deze
manier het gras afgeschaafd zou kunnen worden. De
maaier moet gedraaid worden buiten de green door de
messenkooi op te halen (de hendel naar beneden te
drukken) en dan steunend op de tractie-roller om te
draaien. De green mag niet tweemaal achter elkaar in
dezelfde richting gemaaid worden. Als u het gras
iedere keer in verschillende richtingen maait, zal het
recht omhoog blijven groeien zodat er geen zaad
gevormd zal worden. Het maaien moet op gewone
wandelsnelheid gedaan worden. Snel maaien bespaart
erg weinig tijd en zal resulteren in maaiwerk van
slechte kwaliteit.
Activeer de hendel voor de tractie, voer de
voortbewegingssnelheid op totdat de maaier de
gewenste snelheid bereikt heeft, rijd de maaier de
green op, laat de voorkant van de maaier zakken en
begin te maaien.
BEDIENING
De besturing van de machine tijdens het maaien:
18
1.
Start de motor, stel de gashendel in op een lage
snelheid, druk de hendel naar beneden om de
messenkooi op te halen, activeer de
voortbewegingshendel en verplaats de maaier naar
de rand van de green.
2.
Zet de hendel van de tractie in de
NEUTRAALSTAND en schakel de aandrijving
van de maaier in.
NA HET MAAIEN
1.
Rijd van de green af, zet de hendel van de tractie
in de NEUTRAALSTAND, stop de motor en zet
de hendel voor de aandrijving van de maaier in de
NEUTRAALSTAND.
2.
Leeg de grasopvangbak, installeer de
grasopvangbak en verplaats de machine.