4.
Haak de schroefkop achter de snijkant van de
snijplaat en laat het achtereinde van de maatlat op
de achterste roller rusten (afb. 8).
5.
Verdraai de instelknop tot de roller contact maakt
met de voorzijde van de maatlat. Stel beide
uiteinden van de roller zo in dat de gehele roller
evenwijdig loopt met de snijplaat.
2
1
3
1.
Maatlat
2.
Instelschroef voor de hoogte
3.
Moer
BELANGRIJK: Als ze op de juiste wijze zijn
ingesteld, zullen de achterste en voorste roller
contact maken met de maatlat, en zal de
schroef precies passend tegen de snijplaat
rusten. Hierdoor is men ervan verzekerd dat
de maaihoogte aan weerszijden van de
snijplaat gelijk is.
Afb. 7
Afb. 8
6.
Draai de moeren aan de zijkanten van de beugels
voor de instelling van de maaihoogte vast, zodat
de instelling wordt vergrendeld.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat de
maaimachine bij een golvend terrein de
toplaag van de grasmat afsnijdt, dienen de
steunen van de roller in de achterste positie
worden geplaatst (met de roller dichter bij de
messenkooi).
N.B.: De voorste roller kan in drie verschillende
posities gezet worden (Afb. 9), afhankelijk van de
toepassing en uw wensen.
•
Gebruik de voorste positie als er een
afwerkroller geïnstalleerd is.
•
Gebruik de middelste positie als er geen
afwerkroller gebruikt wordt.
•
Gebruik de derde positie voor uiterst
ongelijke grasvelden
.
DE HOOGTE VAN HET
GRASSCHERM INSTELLEN
Stel de hoogte van het scherm zo in dat het afgemaaide
gras netjes in de mand belandt:
1.
Meet de afstand van de bovenzijde tussen de
bovenkant van de voorste steunstang en de rand
van het scherm, aan weerszijden van de
maaimachine (afb. 10).
Voorbereidingen vóór het gebruik
Afb. 9
13