11 Voorval opnemen
De recorder neemt voorvallen op als de patiënt de toets indrukt,
automatisch bij over- of onderschrijding van instelbare
grenswaarden en in instelbare intervallen.
U kunt de voor- en nabeshouwingstijd voor een voorval
instellen zoals verklaard in het hoofdstuk „Instellingen").
11.1 Manuele opname
De manuele opname is altijd mogelijk, ook als de automatische
opname geactiveerd is.
Een manuele opname moet met een druk op de toets gestart
worden als symptomen optreden of in regelmatige intervallen
volgens de instructies van de arts.
Een akoestisch signaal meldt dat de opname gestart werd.
11.2 Automatische opname
De automatische opname vindt plaats als de recorder een voorval
heeft gedetecteerd of in ingestelde tijdsintervallen.
11.2.1 Automatische detectie van hartritmestoornissen
De recorder gebruikt algoritmes voor de automatische detectie
van bepaalde hartritmestoornissen (bradycardie, tachycardie,
boezemfibrillatie, pauze).
Deze algoritmes zijn gebaseerd op de continue detectie van de
R-pieken en de op basis daarvan bepaalde hartritmewaarden. Bij
sterk gestoord of zeer zwak ECG-signaal wordt de automatische
ritmedetectie automatisch uitgeschakeld
U kunt de grenswaarden en de andere parameters voor de
automatische ritmedetectie instellen met de software „CM 100
Configurator".
Meer informatie vindt u in paragraaf „Het venster „Setup"" op
pagina 44 en in het hoofdstuk „Beschrijving van de automatische
ritmedetectie" op pagina 61.
78812051-NL
CardioMem
®
CM 100 XT
33