Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Bediening

WAARSCHUWING
Voordat u begint met welke werkzaamheden dan ook, moet u
er zeker van zijn dat u de lokale voorschriften en
voorgeschreven procedures op de locatie opvolgt. Probeer
nooit de detector of aansluitkast te openen wanneer er
explosief gas aanwezig is. Zorg ervoor dat het bijbehorende
bedieningspaneel is geblokkeerd om vals alarm te voorkomen.
3.1
Inbedrijfstellingsprocedure
1. Open de aansluitkast van de detector door de deksel tegen de klok in
los te schroeven (nadat u eerst de borgschroef zonder kop heeft
losgedraaid).
2. Controleer of alle elektrische aansluitingen correct zijn uitgevoerd
volgens Afbeelding 15.
3. Meet de spanning bij de '+' en '-' aansluitingen en controleer of er een
minimum voeding aanwezig is van 10 VDC.
4. Laat de detector ten minste 1 uur lang stabiliseren.
5. Voordat u kunt beginnen met de kalibratie van de detector, moet u
eerst de sensor voor de thermische geleidbaarheid uitbalanceren.
Hiertoe verwijdert u de PCB-afdekplaat en sluit een digitale voltmeter
(DVM) aan op de testpunten 'TP3' en 'TP4' op de PCB-versterker,
zoals weergegeven in Afbeelding 14. De DVM moet worden ingesteld
op het bereik mVDC.
Controleer het label van de detector voor details over het
achtergrondgas. Normaal gesproken is dit lucht, kooldioxide, stikstof
of argon. Stuur een monster van het achtergrondgas (100% volume
concentratie) naar de sensor met een stromingssnelheid van 0,5 – 1
liter/minuut via een flowadaptor (onderdeelnr. C03005). Als het
achtergrondgas lucht is, dan kan de sensor gewoon aan schone
omgevingslucht worden blootgesteld. De potentiometer die is
gemarkeerd als 'VR3' moet worden afgesteld zodat de DVM 0,00 mV
weergeeft. Nu kunt u de PCB-afdekplaat weer aanbrengen.
6. Sluit de DVM weer aan op de testpunten 'TP1' en 'TP2' op de PCB-
versterker, zoals weergegeven in Afbeelding 14.
Opmerking: Bij de testpunten is de nulaflezing 40 mV = 4 mA.
De volle uitslag (100% LEL) geeft 200 mV = 20 mA weer. Er is een
stroomklem van 25 mA op de 4-20 mA uitgang.
De detector op nul stellen
7. Controleer het label van de detector voor details over het
achtergrondgas. Normaal gesproken is dit lucht, kooldioxide, stikstof
of argon. Stuur een monster van het achtergrondgas (100% volume
concentratie) naar de sensor met een stromingssnelheid van 0,5 – 1
54
Xgard type 6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave