Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Bekabelingsvoorschriften - Crowcon Xgard Bedienings- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2. Installatie

2.2 Montage

Xgard moet op de aangewezen locatie worden geïnstalleerd met de
sensor omlaag gericht. Hierdoor kan er geen stof of water op de sensor
achterblijven, en wordt de toegang van het gas tot de cel niet
belemmerd. Details over de montage zijn weergegeven in Afbeelding 2.
Let er bij het installeren van de detector op dat u het geverfde oppervlak
van de aansluitkast en de sensorhouder niet beschadigt.

2.3 Bekabelingsvoorschriften

De bekabeling naar de tot Xgard moet voldoen aan de geldende normen
van de regelgevende overheidsinstantie in het land in kwestie en aan de
elektrische eisen van de detector.
Crowcon adviseert het gebruik van een afgeschermde, tweeaderige
kabel met een minimale doorsnede van 0,5 mm
weerbestendige kabelwartels. Alternatieve bekabelingstechnieken, zoals
stalen kabelkanalen kunnen aanvaardbaar zijn, mits ze voldoen aan de
geldende normen.
Xgard heeft een lusvoeding nodig van 8-30 VDC (gebruik bij montage in
een gevaarlijke ruimte geen hogere spanning dan de maximaal
toegestane waarde voor de zenerbarrière, meestal 28 volt). Zorg voor
een minimumspanning van 8 volt bij de detector, waarbij u rekening
houdt met de spanningsval door de weerstand van de kabel en de
zenerbarrière (indien gemonteerd) en de sensorweerstand van het
bedieningspaneel waarmee hij is verbonden.
Bijvoorbeeld: een nominale voeding bij het bedieningspaneel van 24
VDC levert een gegarandeerde minimumspanning van 19,5 volt. Het
circuit kan tot 20 mA nodig hebben. Bij een gegeven sensorweerstand in
het bedieningspaneel van 232 ohm bedraagt de maximum toegestane
spanningsval door de kabelweerstand 6,8 volt. De maximum toegestane
lusweerstand is 340 ohm (ongeveer).
Een kabel van 1,5 mm
km. In tabel 1 hieronder ziet u de maximum kabelafstanden bij veel
voorkomende kabelparameters.
Kabeldiameter. Weerstand
(ohm per km)
mm
Awg Kabel
2
1,0
17
18,1
1,5
15
12,1
2,5
13
7,4
Table 1: Maximum kabelafstanden voor veel voorkomende kabels
De aanvaardbare diameter van de gebruikte kabel bedraagt 0,5 tot 2,5
mm
(20 tot 13 awg). De tabel is uitsluitend ter illustratie. Voor elke
2
toepassing moet u de feitelijke kabelparameters gebruiken om de
maximum kabelafstanden te berekenen.
heeft meestal een toelaatbaar kabeltraject van 14
2
Max. afstand
(km)
Lus
36,2
9,4
24,2
14
14,8
23
Xgard type 1
2
(20 awg). Gebruik
Max. afstand met 330 Ω
Zzenerbarrière km
0,35
0,5
0,85
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave