HOE DE DRAADLOOS NETWERKINSTELLING TE
GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een draadloos netwerkin-
stelling waarmee u een draadloze netwerkverbinding
kunt instellen.
Aandacht: u heeft ook een eigen draadloos netwerk
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac-
tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden
niet ondersteund).
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 23.
2. Kies de draadloze netwerkinstelling.
Raak, in het hoofdmenu van de instellingen, de
Network Setup (netwerk instellen) toets aan en
raak daarna de Wireless Network (draadloos
netwerk) toets aan om toegang tot de draadloos
netwerk-instelling te krijgen.
3. Schakel Wi-Fi in.
Zorg dat het keuzevakje Wi-Fi van een groen vinkje
is voorzien. Raak de Wi-Fi menuoptie één keer aan
als dat niet het geval is, en wacht een paar secon-
den. Het bedieningspaneel zoekt naar beschikbare
draadloze netwerken.
4. Stel een draadloze netwerkverbinding in en
beheer deze.
Het scherm geeft als Wi-Fi ingeschakeld is, een
lijst met beschikbare netwerken weer. Aandacht:
het kan een paar seconden duren voordat de lijst
met draadloze netwerken verschijnt.
Zorg ervoor dat het keuzevakje op de
Networknotification (netwerk informatie) menu-
optie van een groen vinkje is voorzien zodat het
bedieningspaneel u kan laten zien als een draad-
loos netwerk binnen bereik is en beschikbaar is.
Aandacht: u heeft ook een eigen draadloos
netwerk nodig, inclusief een 802.11b/g/n router
met geactiveerde SSID broadcast (verborgen
netwerken worden niet ondersteund).
Raak het gewenste netwerk aan als een lijst
met netwerken verschijnt. Aandacht: u dient uw
netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding
wilt maken met het draadloze netwerk. Raak de
Connect (verbinden) toets aan om een verbind-
ing met het netwerk te maken of raak de Cancel
(annuleren) toets aan om naar de lijst met
netwerken terug te keren. Raak het vakje voor het
wachtwoord aan als het netwerk een wachtwoord
heeft. Er zal een toetsenbord op het scherm ver-
schijnen. Raak het keuzevakje Show Password
(wachtwoord tonen) aan om het wachtwoord
tijdens het typen te bekijken.
Voor het gebruik van het toetsenbord, zie HOE
HET TOUCHSCREEN TE GEBRUIKEN op bladzi-
jde 16.
De WiFi-menuoptie bovenaan het scherm zal
het woord CONNECTED (verbonden) aangeven
als het bedieningspaneel een verbinding met uw
draadloos netwerk gemaakt heeft. Raak dan de
terug-toets aan om naar de draadloze netwerkin-
stelling terug te keren.
Kies het draadloos netwerk om het contact met een
draadloos netwerk te verbreken en raak vervolgens
de Forget (vergeten) toets aan.
Indien u problemen ervaart bij het maken van
verbinding met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Aandacht:
wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Aandacht: de iFit-instelling ondersteunt onbev-
eiligde en beveiligde (WEP, WPA en WPA2)
coderingen. Een breedbandverbinding wordt
aangeraden, de werking hangt van de verbind-
ingssnelheid af.
Aandacht: ga naar support.iFit.com voor hulp
als u na het volgen van deze instructies vragen
heeft.
5. Verlaat de draadloze netwerkinstelling.
Raak de terug-toets aan om de draadloze netwer-
kinstelling te verlaten.
27