NL
2.6 Vaste smeermiddelen in
smeervetten
Voor wat betreft de verschillende vaste
smeermiddelen moet met het volgende re-
kening worden gehouden:
Grafiet
max. grafietgehalte 8%
max. korrelgrootte 25 µm
(indien mogelijk in gelamelleerde vorm)
MoS
2
max. MoS
-gehalte 5%
2
max. korrelgrootte 15 µm
Koper
De ervaring heeft geleerd dat koperhouden-
de smeermiddelen leiden tot laagvorming
op zuigers, boringen en montagevlakken.
Dit kan leiden tot blokkades in de centrale
smeerinstallatie.
Calciumcarbonaat
De ervaring heeft geleerd dat smeermidde-
len die calciumcarbonaat bevatten, leiden
tot zeer zware slijtage van zuigers, boringen
en pasvlakken.
951-171-049
Versie 08
Calciumhydroxide
De ervaring heeft geleerd dat smeermidde-
len met calciumhydroxide sterk uitharden,
wat kan leiden tot het uitvallen van het cen-
trale smeersysteem.
PTFE, zink en aluminium
Op basis van vroegere inzichten en prak-
tijkervaring kunnen voor deze vaste smeer-
middelen nog geen grenswaarden worden
vastgesteld.
- 18 -
2. Smeermiddelen
2.6.1 Beitelpasta's
LET OP
Beschadiging van de bovenliggende
machine
Beitelpasta's mogen niet als lagersmeer-
middel worden gebruikt.
LET OP
Beschadiging van de centrale
smeerinstallatie
Beitelpasta's mogen alleen met het pom-
pelement C worden verpompt. De maxi-
male bedrijfsdruk mag niet meer dan 200
bar bedragen, anders kan er door de vaste
smeermiddelen in de beitelpasta een ver-
hoogde slijtage optreden.