Bijlage
Verklaring van de begrippen
Voor buitentemperatuur
Vloerverwarming: Inclinatie 0,2 tot 0,8
A
Lagetemperatuurverwarming: Inclinatie 0,8 tot 1,6
B
Installatie met aanvoertemperatuur boven 75 °C, steilheid 1,6 tot 2,0
C
110
C
Afb. 8
U verandert de inclinatie:
A
De inclinatie van de stooklijnen veranderen.
U verandert het niveau:
B
De stooklijnen worden parallel in verticale richting
verschoven.
U verandert de normale kamertemperatuur
C
(gewenste kamertemperatuur):
De stooklijnen worden langs de as van de "gewen-
ste kamertemperatuur" verschoven.
Verwarmingscircuit
Een verwarmingscircuit is een gesloten kringloop tus-
sen warmteopwekker en radiatoren, waarin het ver-
warmingswater stroomt.
CV-pomp
Circulatiepomp voor de circulatie van het verwarmings-
water in het verwarmingscircuit.
34
(vervolg)
14 °C:
−
3,5
A
B
Buitentemperatuur
in °C
Opmerking
Een te hoge of te lage instelling van inclinatie of niveau
veroorzaakt geen schade aan uw verwarmingsinstalla-
tie.
Beide instellingen hebben gevolgen voor de hoogte
van de aanvoertemperatuur, die dan evt. te laag of
onnodig hoog kan zijn.
1,4
0,2
-20
In een installatie kunnen meerdere verwarmingscir-
cuits aanwezig zijn, bijv. een verwarmingscircuit voor
de kamers die u bewoont en een verwarmingscircuit
voor de kamers van een aparte wooneenheid.