Inhoudsopgave
Advertenties
Melding
F.70 Fout ongeldige toestelcode
F.71 Fout aanvoervoeler
F.72 Fout aanvoer-/ retourvoe-
ler
F.73 Fout waterdruksensor (sig-
naal te laag)
F.74 Fout waterdruksensor (sig-
naal te hoog)
F.75 Fout pomp/watertekort
F.77 Fout rookgasklep/ con-
denspomp
F.78 Onderbr. WW-uitloopvoe-
ler aan ext. th.
F.80 Fout inloopvoeler
actoSTOR
F.81 Fout boilerlaadpomp
F.82 Fout elektrische anode
F.83 Fout NTC temp.wijziging
F.84 Fout NTC-temp. niet plau-
sibel
F.85 Fout NTC's fout gemon-
teerd
F.90 Fout communicatie
F.91 Fout voeler actoSTOR
F.92 Fout verkeerde gassoort
F.93 Fout gastraject contr.
F.94 Fout: vortex en verschil-
druk
LED actoSTOR Modul Com-
municatiestatus actoSTOR
0020243842_02 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
Mogelijke oorzaak
Verkeerde/ontbrekende
toestelherkenning of
verkeerde/ontbrekende
codeerweerstand
Aanvoertemperatuursensor le-
vert niet plausibele waarde
Temperatuurverschil aanvoer-
/retourtemperatuursensor is te
groot
Waterdruksensor meldt te lage
waterdruk
Waterdruk te hoog
Bij de start van de pomp wordt
onvoldoende druksprong her-
kend
Ontbrekende terugmelding van
de verbrandingsgasklep; over-
loop van de condenspomp
UK link box is aangesloten zon-
der dat de warmwatertempera-
tuursensor gebrugd is
Inlaattemperatuursensor defect
of niet aangesloten
Boiler is na bepaalde tijd niet
volledig geladen
Elektrische anode defect of niet
aangesloten
Temperatuurverschil aanvoer-
/retourtemperatuursensor is te
klein
Temperatuurverschil is niet
plausibel
Aanvoer-/retourtemperatuursen-
soren leveren verkeerde/niet
plausibele waarden
Communicatie met actoSTOR is
onderbroken
Sensor op de actoSTOR defect
Codeerweerstand op de print-
plaat past niet bij de ingevoerde
gasgroep
Verbrandingskwaliteit buiten het
toegestane bereik
Sensoren leveren niet plausi-
bele waarden.
Communicatiestatus actoSTOR
niet aangesloten, verbindings-
fout, verbinding actief
Maatregel
▶
Als display en printplaat vervangen werden, dan toestelidentifi-
catie onder d.93 wijzigen.
▶
Controleren: aanvoertemperatuursensor (correcte thermische
verbinding).
▶
Controleren: aanvoertemperatuursensor / retourtemperatuur-
sensor (werking, correcte thermische verbinding).
▶
Controleren: waterdruk, massa-aansluiting, kabel, stekker,
waterdruksensor (kortsluiting bij GDN).
1.
Tap water af.
2.
Controleer de waterdruksensor.
1.
Controleren: waterdruksensor, CV-pomp (blokkering), CV-cir-
cuit (lucht, voldoende waterhoeveelheid), instelbare bypass,
extern expansievat (moet op de retourleiding zijn aangeslo-
ten). Testprogramma P.0 activeren.
2.
Indien open verdeler of retourbuis >1 1/2 inch geïnstalleerd,
dan 3/4-inch afdichting in de CV-aanvoerleiding door afscher-
ming vervangen. Evt. servicekit F.75 installeren.
▶
Controleren: kabel naar het toebehoren VR40, verbrandings-
gasklep (bedrading, terugmeldingsschakelaar), condenspomp,
brug van de aanlegthermostaat, multifunctionele module 2 uit 7
(brug).
1.
Controleren: toebehoren (configuratie/elektrische aansluiting).
2.
Het toestel geeft de storing weer, er is echter geen storing
aan het toestel.
▶
Controleren (alleen in combinatie met F.91): NTC-sensor, stek-
ker, kabelboom, printplaat.
▶
Controleren (alleen in combinatie met F.91): boilerlaadsen-
sor, boilersensor, stromingssensor/limiter, driewegklep, pomp,
actoSTOR-pomp (lucht), kabelboom, secundaire warmtewisse-
laar (verstopping).
▶
Controleren: kabelboom, elektrische anode. Indien de elektri-
sche anode niet geïnstalleerd is: randstekker X43 met brug op
printplaat steken.
▶
Controleren: aanvoer- / retourtemperatuursensor (werking,
correcte thermische verbinding, voldoende waterhoeveelheid.
▶
Controleren: aanvoer- / retourtemperatuursensor (correcte
thermische verbinding, sensoren zijn verwisseld).
▶
Controleren: aanvoer-/retourtemperatuursensor (correcte ther-
mische verbinding).
1.
Controleren: stekker, kabelboom naar de actoSTOR module
controleren (PEBus).
2.
Als het product zonder actoSTOR gebruikt moet worden:
d.092=0 instellen, evt. randstekker X31 op BMU steken, evt.
randstekker X1 op actoSTOR steken.
▶
Controleren: stekker, kabelboom, sensor.
1.
Controleren: codeerweerstand.
2.
Gasfamiliecontrole opnieuw uitvoeren en correcte gasgroep
invoeren!
▶
Controleren: gasbegrenzer (passend bij gasgroep), verbran-
dingsgasrecirculatie, gasgroep, intern drukmeetpunt in de ven-
turi (verstopping). Geen smeermiddelen aan de O-ring in de
venturi gebruiken!
▶
Controleren: kabelboom, stekker, sensoren.
1.
LED aan: communicatie OK.
2.
LED knipperend: communicatie niet OK.
3.
LED uit: geen spanningsvoorziening.
Bijlage
49
Advertenties
Inhoudsopgave
