9 Verhelpen van storingen
▶
Informeer de gebruiker erover dat het product volgens de
opgegeven intervallen dient te worden onderhouden.
9
Verhelpen van storingen
9.1
Servicemeldingen controleren
verschijnt bijv. als u een onderhoudsinterval ingesteld
hebt en dit verstreken is of als er een servicemelding is. Het
product bevindt zich niet in de foutmodus.
▶
Navigeer naar Menu → Live monitor en bevestig met
.
Voorwaarde: S.40 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product loopt met beperkt comfort verder nadat het een sto-
ring herkend heeft.
▶
Om vast te stellen of een component defect is, leest u het
foutgeheugen uit. (→ Pagina 28)
Aanwijzing
Als er geen foutmelding voorhanden is, zal
het product na een bepaalde tijd automatisch
opnieuw naar het normale bedrijf wisselen.
9.2
Fouten verhelpen
▶
Als er foutmeldingen (F.XX) optreden, verhelp de storing
dan met behulp van de tabellen in de bijlage of met be-
hulp van het functiemenu resp. de testprogramma's.
Overzicht foutcodes (→ Pagina 47)
Testprogramma's – overzicht (→ Pagina 50)
Functiemenu – overzicht (→ Pagina 50)
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutmeldingen afwisselend
gedurende telkens twee seconden weer.
▶
Druk op
(max. 3 keer) om het product opnieuw in
gebruik te nemen.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en deze ook na reset-
pogingen opnieuw optreedt, neem dan contact op met de
klantenservice.
9.3
Foutgeheugen oproepen en wissen
In het foutgeheugen zijn de 10 laatste foutmeldingen be-
schikbaar.
▶
Navigeer naar het menu Foutenlijst.
◁
Op het display wordt het aantal opgetreden fouten,
het foutnummer en de bijbehorende tekst weergege-
ven.
▶
Druk op
of
om de verschillende foutmeldingen op
te roepen.
▶
Druk twee keer op
om de foutenlijst te wissen.
28
9.4
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
Navigeer naar Menu → Installateurniveau → Diagno-
1.
semenu → D.096 Fabrieksinstelling terugzetten? en
bevestig met
.
2.
Zet het diagnosepunt op de waarde 1 en bevestig met
.
9.5
Reparatie voorbereiden
1.
Stel het product buiten bedrijf.
2.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
3.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 11)
4.
Sluit de gasafsluitkraan.
5.
Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoer en CV-
retour.
6.
Sluit de onderhoudskraan in de koudwaterleiding.
7.
Als u watervoerende componenten van het product wilt
vervangen, dan dient u het product leeg te maken.
8.
Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on-
derdelen (bijv. de schakelkast) druppelt.
9.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
9.5.1
Reserveonderdelen aankopen
De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
▶
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
9.6
Defecte componenten vervangen
9.6.1
Brander vervangen
1.
Demonteer de compacte thermomodule. (→ Pagina 32)
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020243842_02