4 Beschrijving van het product
BR Bruin
G/Y Groen/Geel
YE Geel
OR Oranje
GR Groen
4
Beschrijving van het product
4.1
Algemene beschrijving
Gas 120 ACE staande gasgestookte hoogrendementsketels hebben de volgende eigenschappen:
Geringe vervuilende uitstoot
Hoogrendementverwarming
Elektronisch bedieningspaneel
Rookgasafvoer via een aansluiting met natuurlijke trek of schoorsteen met bi-flux optie
De ketels zijn helemaal geschikt voor cascade-installatie.
4.2
Werkingsprincipe
4.2.1
Gas-/luchtregeling
De ketel is voorzien van een ommanteling die tevens als luchtkast dient. De ventilator zuigt lucht aan; in de Venturi, aan de
inlaatzijde van de ventilator, wordt het gas ingespoten. Afhankelijk van de instellingen, de warmtevraag en de heersende
temperaturen die worden gemeten door de temperatuursensoren, wordt het toerental van de ventilator geregeld. Gas en lucht
worden in de Venturi gemengd. De gas-/luchtkoppeling zorgt ervoor dat de hoeveelheid benodigd gas en lucht precies op elkaar
worden afgestemd. Hierdoor ontstaat een optimale verbranding over het hele belastingbereik. Het gas-/ luchtmengsel gaat naar
de brander die zich stroomopwaarts van de warmtewisselaar bevindt.
4.2.2
Instellingen en veiligheidsvoorzieningen
Belangrijk
Instellingen en veiligheidsvoorzieningen werken uitsluitend als de ketel onder spanning staat.
Tab.24
Beschrijving van de veiligheidsvoorzieningen
Voorziening
NTC-rookgassensor
Vlamdetector door ionisatie
Waterdrukschakelaar
Nadraaien van de pomp
Vorstbeveiliging
Pompbeveiliging
Voordraaien van circulatiepompen
18
Gas 120 ACE
Beschrijving
Het bedieningspaneel blokkeert de gastoevoer naar de brander in geval van oververhit
ting.
De ketel wordt om veiligheidsredenen uitgeschakeld als de gastoevoer uitvalt of als het
gas onvolledig verbrandt op de brander.
Zodra de drukschakelaar merkt dat de druk onder 0,8 bar (0,08 MPa) is gedaald, wordt
een waarschuwingsbericht weergegeven, maar de circulatiepomp wordt niet uitgezet.
Nadat de brander is gestopt werkt de circulatiepomp nog 3 minuten langer door als dat
zo is ingesteld op de kamerthermostaat en als de verwarmingswerkingsmodus is inge
schakeld.
Wanneer de aanvoerleidingtemperatuur onder 5 °C daalt, start de brander en blijft wer
ken totdat de aanvoerleidingtemperatuur 15 °C bereikt. Deze voorziening werkt uitslui
tend als:
De spanning naar de ketel wordt ingeschakeld
De gastoevoer werkt
De druk in het cv-systeem hoger is dan 0,5 bar (0,05 MPa)
Als er 24 uur lang geen behoefte aan verwarming of warm water is geweest, gaan de
pompen automatisch gedurende 10 seconden werken.
Het apparaat kan de circulatiepompen alvast laten werken voordat de brander wordt
ontstoken (alleen in de verwarmingsmodus). De duur en de activering van het voor
draaien hangen af van de installatievereisten en de bedrijfstemperaturen. Daarom vari
eert de voordraaiduur van de circulatiepompen van enkele seconden tot enkele minu
ten.
PI Roze
GY Grijs
RD Rood
WH Wit
7717200 - v03 - 01022023