20
|
Configuratie
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
72
Als u wil ... gebruiken
Alleen sensor van de unit (of de afstandssensor
(a)
(indien geïnstalleerd)
Sensor van de unit (of afstandssensor (indien
geïnstalleerd)) EN afstandsbedieningssensor
(a)
Als instelling 10(20)-6-01 + 10(20)-2-01 of 10(20)-2-02 of 10(20)-2-03 tegelijk worden
ingesteld, dan heeft de instelling voor groepsverbinding: 10(20)-6-01 voorrang.
(b)
Als instelling 10(20)-6-02 + 10(20)-2-01 of 10(20)-2-02 of 10(20)-2-03 tegelijk worden
ingesteld, dan heeft instelling 10(20)-2-01 of 10(20)-2-02 of 10(20)-2-03 voorrang.
(c)
Bij gebruik van de afstandsbedieningssensor in groepsbesturing, stel 10(20)-6-02 en
10(20)-2-03 in.
Instelling: Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote sensor wordt
gebruikt)
Als het systeem over een remote sensor beschikt, de stappen voor verhogen/
verlagen instellen.
Als u de stappen wil veranderen in...
1°C
0,5°C
Instelling: Differentieel voor automatische omschakeling
Stel het temperatuurverschil tussen het instelpunt koelen en het instelpunt
verwarmen in de automatische stand in (beschikbaarheid afhankelijk van het
systeemtype). Het differentieel is het instelpunt koelen min het instelpunt
verwarmen.
Dan
M
SW
10 (20)
6
(b)(c)
Dan
M
SW
12 (22)
2
VRV-systeemairconditioner
(1)
—
01
02
(1)
—
01
02
FXMQ-A
4P701548-1 – 2022.07