20
|
Configuratie
20 Configuratie
20.1 Lokale instelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
68
Voer de volgende lokale instellingen uit in overeenstemming met de echte
installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪
Instelling van externe statische druk met behulp van:
-
Instelling van de automatische regeling van de luchtstroom
-
Gebruikersinterface
▪
Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪
Tijd om filter te reinigen
▪
Selectie thermostaatsensor
▪
Thermostaatsensor in groepbesturing
▪
Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote sensor wordt gebruikt)
▪
Differentieel voor automatische omschakeling
▪
Automatisch herstarten na stroomonderbreking
▪
Instelling T1/T2-input
Instelling: Externe statische druk
INFORMATIE
▪
De ventilatorsnelheid van de binnenunit is vooraf ingesteld om de standaard
uitwendige statische druk te verzekeren.
▪
Om een hogere of lagere uitwendige statische druk in te stellen, stelt u de initiële
instelling terug met de gebruikersinterface.
De instellingen voor de externe statische druk kunnen op 2 manieren worden
uitgevoerd:
▪
Met behulp van de automatische regelfunctie van de luchtstroom
▪
Gebruik van de gebruikersinterface
Externe statische druk instellen met de functie automatische regeling
luchtstroom
OPMERKING
▪
Verander de instelling van de dempers NIET in de stand alleen ventilator voor de
automatische regeling van de luchtstroom.
▪
Gebruik de functie automatische regeling luchtstroom NIET als de externe
statische druk hoger is dan 100 Pa.
▪
Als de ventilatieroutes zijn veranderd, voert u de automatische regeling
luchtstroom opnieuw uit.
▪
Proefdraaien moet gebeuren met een droge spiraal; laat de unit 2 uur draaien
met alleen de ventilator om de spiraal te drogen.
▪
Controleer of de voedingsbedrading, het kanaal en het luchtfilter goed zijn
aangesloten. Als in de unit een sluitdemper is geïnstalleerd, moet u controleren
of hij open is.
FXMQ-A
VRV-systeemairconditioner
4P701548-1 – 2022.07