18
|
Elektrische installatie
18.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten
18.2 Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
66
Elektrische voeding
Spanning
Frequentie
Fase
Huidig
Onderdelen
Voedingskabel
Transmissiebedrading
Kabel gebruikersinterface
Aanbevolen onderbreker
Reststroomapparaat
OPMERKING
▪
Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de binnenkant van het
servicedeksel).
▪
Voor instructies over de aansluiting van de optionele apparatuur, zie de bij
optionele apparatuur geleverde montagehandleiding.
▪
Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat het servicedeksel nadien
weer goed kan worden aangebracht.
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten afzonderlijk worden
gehouden. Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm van elkaar
worden gehouden om eventuele elektrische storingen te voorkomen.
220~240 V/220 V
50/60 Hz
FXHQ32+63: 0,8 A
FXHQ100: 1,6 A
MOET voldoen aan de nationale
bedradingsvoorschriften.
3-aderige kabel
Draaddikte gebaseerd op de stroom, maar
minstens 1,5 mm
Gebruik alleen geharmoniseerde draad met
dubbele isolatie en geschikt voor de toepasselijke
spanning
2-aderige kabel
Minimumdikte 0,75 mm
Gebruik alleen geharmoniseerde draad met
dubbele isolatie en geschikt voor de toepasselijke
spanning
2-aderige kabel
Minimumdikte 0,75 mm
Maximumlengte 500 m
16 A
MOET voldoen aan de nationale
bedradingsvoorschriften
1~
2
2
2
FXHQ-A
VRV-systeemairconditioner
4P715928-1 – 2022.11