18
|
Elektrische installatie
18.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
64
WAARSCHUWING
▪
Bij een ontbrekende of verkeerde N-fase in de voeding, kan het systeem defect
geraken.
▪
Sluit de aarding correct aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
▪
Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪
Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders, zodat de kabels NIET in
contact komen met scherpe randen of leidingen, vooral aan de hogedrukzijde.
▪
Gebruik GEEN getapete draden, verlengsnoeren of aansluitingen van een
stersysteem. Deze kunnen zorgen voor oververhitting of elektrische schokken of
brand veroorzaken.
▪
Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat deze unit een inverter
bevat. Een fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en kan
ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om
het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn
servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen
om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Denk aan de volgende punten:
OPMERKING
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te gebruiken. Als er geslagen draden
worden gebruikt, draai de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde krimpklem.
Geslagen draden voorbereiden voor installatie
Methode 1: Geleider samendraaien
1 Strip de isolatie (20 mm) van de draden.
2 Draai het uiteinde van de geleider een beetje om een "vaste" verbinding te
maken.
Methode 2: Met ronde krimpklem
FXHQ-A
VRV-systeemairconditioner
4P715928-1 – 2022.11