17
|
Installatie van de leidingen
17.2.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen
17.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
17.2.5 Leidinguiteinde optrompen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
58
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u leidingen aansluit:
▪
Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie wanneer u
een flaremoer aansluit. Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer
stevig vast te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te draaien.
▪
Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan
te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren
en lekken.
a
b
c
d
a Momentsleutel
b Moersleutel
c Leidingverbinding
d Flaremoer
Leidingmaat (mm)
Aanhaalmoment
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten
moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat er geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
Flareafmetingen
(N•m)
(A) (mm)
15~17
8,7~9,1
33~39
12,8~13,2
50~60
16,2~16,6
62~75
19,3~19,7
Flarevorm (mm)
90°
±2
ØA
R=
0.4~0.8
FXHQ-A
VRV-systeemairconditioner
4P715928-1 – 2022.11