Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display worden weergegeven en in de focus staan.
Bij de meeste keuzelijsten, bijv. programma's, begint na
het laatste punt het eerste weer.
Bij waarden, bijv. gewicht, moet u de draaiknop weer
terugdraaien wanneer de minimale of maximale waarde
bereikt is.
Functies
Uw apparaat beschikt over verschillende functies die
het gebruik vergemakkelijken.
De precieze beschrijvingen hiervan vindt u in de
betreffende hoofdstukken.
Functie
Verwarmingsmethoden
~ "Apparaat bedienen"
op pagina 157
Magnetron
~ "De magnetron"
op pagina 159
Stoom
~ "Stoom" op pagina 161
Gecombineerde werking met
magnetron
~ "Magnetron-combi
instellen" op pagina 160
Stoom-combi
~ "Stoom-combi instellen"
op pagina 162
Reinigen
~ "Reinigingsfunctie"
op pagina 173
Basisinstellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 170
--------
Gebruik
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden voor een opti-
male bereiding van uw gerechten.
Met de magnetron kunt u de gerech-
ten sneller bereiden, verwarmen of
ontdooien.
Er zijn verschillende fijn afgestemde
stoomstanden voor een optimale
bereiding van uw gerechten.
Hiermee kunt u naast een verwar-
mingsmethode de magnetron inscha-
kelen.
Hiermee kunt u naast een verwar-
mingsmethode de stoomfunctie
inschakelen.
Er zijn verschillende functies voor de
reiniging: Ontkalken en Spoelen.
U kunt de basisinstellingen van uw
apparaat aanpassen aan uw wensen.
Het apparaat leren kennen
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Verwarmings-
Tempera-
methode
tuur
< Hete lucht
40 °C
100-230°C
( Grill
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemid-
deld
3 = sterk
4 Circulatiegril-
100-190 °C Voor het braden van gevogelte,
len
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende gebied veranderen.
Stoom
U kunt de stoomfunctie alleen of in combinatie met alle
verwamingsmethoden en de magnetronfunctie
gebruiken.
Om optimaal gebruik te kunnen maken van de
stoomfunctie dient u het rooster te verwijderen. Plaats
de glazen braadslede op inschuifhoogte 3 en zet de
stoombak erin.
Stoomstanden
Bij de stoomfunctie kunt u kiezen uit verschillende
intensiteiten. De stoomstanden kunnen worden
gekozen via het touch-veld ". De gekozen stoomstand
is te zien op het display.
Gebruik
Gistdeeg laten rijzen, slagroom-
taarten ontdooien.
Voor het bakken en braden op één
niveau.
Voor het grillen van platte stukken,
zoals steaks, worstjes of toast, en
voor het gratineren.
hele vis en grotere vleesstukken.
nl
153