Remmen en stoppen bij het vooruit of achteruit
rijden (fi guur 14)
•
Wanneer de gashendel langzaam wordt losgelaten,
remt de Trophy 20 af en komt tot stilstand.
•
Tijdens het afremmen lichten de remlichten
automatisch op.
•
Als u plotseling moet stoppen tijdens het rijden,
moet het gas onmiddellijk worden losgelaten en/of
de handrem gebruikt.
•
Zodra de scooter tot stilstand is gekomen, wordt
automatisch de parkeerrem ingeschakeld.
•
Als extra beveiliging is de handrem uitgerust met
een parkeerremfunctie. Deze moet ook worden
gebruikt als de scooter zich in de vrijloop- / neutrale
stand bevindt. Zie paragraaf 5.7.
•
In een noodgeval kan de optionele
noodstopschakelaar worden ingedrukt. De scooter
maakt dan een noodstop (fi guur 15).
Let op!
U kunt de remmen activeren door de rijhendel ineens
los te laten.
Als u met hoge snelheid rijdt, dient u extra voorzichtig
te zijn, vooral op trottoirs en in voetgangerzones. In dat
geval is het raadzaam om een lagere maximumsnelheid
in te stellen met de snelheidsregelaar.
Steek geen straat over totdat u goed overweg kunt met
de scooter en de bedieningsinstrumenten.
Bochten
De hoek om gaan; links of rechts afslaan
•
Als u het stuur naar links of rechts draait, verandert
de scooter van richting en zal hij naar links of naar
rechts gaan rijden.
Waarschuwing!
Als u een bocht maakt, dient u altijd eerst goed te kijken
en de richtingaanwijzer te gebruiken.
Neem een bocht altijd met een veilige snelheid, d.w.z.
met minder vaart.
Gebruik van de scooter | 25
Figure 14
Figure 15
Trophy 20 UM 24
Trophy 20 UM 18