Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bediening; Onderhoud - Gardena 1252 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Aansluiting aan
Als meerdere beregeningsventielen op een waterleiding zijn
ingangszijde sluiten :
aangesloten, kan, om de juiste spoeldruk te krijgen, elke buis
apart worden doorgespoeld. Hiertoe :
1. Korte telescoopbuis
0
de ingangszijde
5
A
2. Fixeerbeugel
ingangzijde
B
De korte telescoopbuis
3. Eindkap
Beregeningsventiel
Het geintegreerde magneetventiel functioneert alleen goed als
monteren :
het beregeningsventiel in de doorstroomrichting is aangesloten.
Let op doorstroomrichting !
A
V Bij de montage van het beregeningsventiel
0
1. Lange telescoopbuis
uitgangzijde
2. Korte telescoopbuis
C
klep
De pijlen op de besproeiingsklep geven de doorstroomrichting
aan.
3. Korte telescoopbuis
schuiven.
5
A C
8
z
4. Lange telescoopbuis
5 a
ingsklep
5. Fixeerbeugel
steken.
De telescoopbuizen
Bij geopende schachtdeksel
de beregeningsventiel
worden.
Schachtdeksel vergrendelen :
v Door de sluithendel
vergrendelen.
D
Als diefstalbeveiliging kan de schachtdeksel
v Congruente gaten
F
E
deksel (met klein hangslot of sluitstrop) afsluiten
– of –
alternatief de schachtdeksel
tegen diefstal beveiligen.
Vochtigheidssensor of
Naast de tijdsafhankelijke besturing bestaat er bovendien de
elektronische regensensor
mogelijkheid de bodemvochtigheid of de natuurlijke neerslag mee
(optioneel) aansluiten :
te nemen in de besproeiingsbesturing per beregeningsventiel.
Bij voldoende bodemvochtigheid wordt de stop van een pro-
gramma geactiveerd of de activering van een programma ge-
stopt.
28
A
in de niet te spoelen aansluiting aan
5
schuiven.
0
in de slobgaten van de aansluiting aan de
5
steken.
A
wordt vastgezet.
B
A
op de korte telescoopbuis
schroeven.
de doorstroomrichting (pijlen) letten.
8
helemaal in de aansluiting aan de
5
a schuiven.
A
in de ingangzijde van de besproeiings-
schroeven.
A
in de aansluiting aan de ingangzijde
8
in de uitgangszijde van de besproei-
C
schroeven.
0
in de slobgaten van de aansluitingen
8
A
/
worden vastgezet.
D
kan de doorstroomrichting op
C
via gemarkeerde pijlen vastgesteld
E
90° te draaien de schachtdeksel
D
afgesloten worden.
F
van de klepschacht en van de schacht-
D
met een plaatschroef (4,2 x 19)
J
G
H
K
J
C
op

4. Bediening

Ventielbesturing instellen :
5
L
5
5
/
a

5. Onderhoud

Schuimstofinlegstuk
vervangen :
D
Schachtdeksel vervangen :
G
1. Vochtigheidssensor
in het sproeibereik
– of –
I
elektronische regensensor (eventueel met verlengkabel)
buiten het sproeibereik plaatsen.
I
2. Aansluitkabel
van de vochtigheidssensor
H
de twee sleuven van de afsluitstop
I
3. Aansluitkabel
in de schacht op de gewenste lengte brengen.
H
4. Afsluitstop
weer in de schachtwand drukken.
H
J
K
5. Stekker
in de sensor-aansluiting
ontvanger voor afstandsbediening steken.
I
Volautomatische besturing :
L
v Keuzehendel
op „AUTO / OFF" zetten.
Programmagestuurde waterdoorstroom naar de besproeiings-
installatie na programmering van de besturingsmodule /
ontvanger voor afstandsbediening.
Een automatisch geopend ventiel kan niet handmatig gesloten
worden.
Handmatige besturing:
v Keuzehendel
L
op „ON" zetten.
Permanente van de programmering onafhankelijke water-
doorstroom.
N
Het schuimstofinlegstuk
van de drainageafvoer voorkomt het
indringen van insecten (in het bijzonder mieren).
v Wend u daartoe tot de GARDENA-Service.
De schachtdeksel is stevig genoeg
om er over te lopen en is met twee
scharnieren met de klepschacht
verbonden.
D
1. Schachtdeksel
openen.
D
2. Schachtdeksel
naar achteren
O
uit de scharnieren
drukken.
3. Nieuw schachtdeksel in omge-
keerde volgorde monteren.
N
G
door één van
geleiden.
op de besturingsmodule /
D
O
O
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

1253

Inhoudsopgave