Instellingen
Instellingen
Bepalen van de waarde voor het instellen van
<Position/DTA>
Indien u de afstand van het midden van de huidige
ingestelde luisterpositie tot iedere luidspreker
specificeert, wordt de vertragingstijd automatisch
berekend en ingesteld.
1 Bepaal het midden van de huidige ingestelde
luisterpositie als referentiepunt.
2 Meet de afstanden vanaf het referentiepunt tot
de luidsprekers.
3 Bereken de verschillen tussen de afstand tot de
verste luidspreker en de andere luidsprekers.
4 Stel de DTA-waarde die in stap 3 is berekend
voor iedere luidspreker in.
5 Stel de versterking voor de iedere luidspreker in.
Bijv. wanneer [Front All] als luisterpositie is gekozen
60cm
80cm
150cm
+0 cm
30
NEDERLANDS
<Fader/Balance>
Tik op [
J
]/[
K
passen.
<Fader>
Stelt de weergavebalans tussen de voor- en
achterluidspreker in. Stel fader in het midden (0) indien
u slechts twee luidsprekers heeft.
• F15 tot R15 (Basisinstelling: 0)
<Balance>
Stelt de weergavebalans tussen de linker- en
rechterluidspreker in.
• L15 tot R15 (Basisinstelling: 0)
Aanpassing wissen: Tik op [Center].
<Volume Offset>
Stel het automatische volumeniveau voor iedere bron
in en leg vast. Het volumeniveau wordt automatisch
+90cm
verhoogd of verlaagd wanneer u van bron verandert.
Indien het volume eerst werd verhoogd en daarna
werd verlaagd met gebruik van Volume Offset, kan het
geluid bij het plotseling veranderen naar een andere
bron zeer hard klinken.
• –5 tot +5 (Basisinstelling: 0)
+70cm
Instelwaarde initialiseren: Tik op [Initialise].
<Sound Effect>
Stel het geluideffect in.
<Bass Boost>
Kiest het versterkingsniveau voor de lage tonen.
• OFF (Basisinstelling)/1/2/3
]/[
H
]/[
I
] of sleep de
om aan te
<Loudness>
Stelt de hoge tonen in. (De LOUD indicator licht op
wanneer de hoge tonen worden ingesteld.)
• OFF (Basisinstelling)/Low/High
<Drive Equalizer>
Ruis van het rijden wordt verminderd door de
bandbreedte te verhogen.
• OFF (Basisinstelling)/ON
<Space Enhancer>*
Versterkt de geluidsruimte virtueel met gebruik van
het Digital Signal Processor (DSP) systeem. Kies het
versterkingsniveau.
• OFF (Basisinstelling)/Small/Medium/Large
<Supreme>
Herstelt het geluidsverlies van audiocompressie voor
een realistisch geluid.
• OFF/ON (Basisinstelling)
<Realizer>
Maakt het geluid virtueel realistischer met gebruik
van he Digital Signal Processor (DSP) systeem. Kies het
geluidsniveau.
• OFF (Basisinstelling)/1/2/3
<Stage EQ>
Verplaatst het locatie van het geluidsbeeld naar een
lager of hoger punt. Kies de hoogte.
• OFF (Basisinstelling)/Low/Middle/High
* U kunt de instelling niet veranderen indien "Radio" als bron is
gekozen.