Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik papier dat uitsluitend is ontworpen voor
●
inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Het gebruik van gladder papier resulteert meestal in een
●
betere afdrukkwaliteit.
Stap twee: controleer de omgeving
De omgeving kan rechtstreeks van invloed zijn op de afdrukkwaliteit en is een bekende oorzaak van problemen
met de afdrukkwaliteit en papierinvoer. Probeer het volgende:
Haal de printer weg uit tochtige omgevingen zoals bij open ramen en deuren of uitlaten van airconditioning.
●
Zorg dat de printer niet is blootgesteld aan temperaturen of een vochtigheidsgraad die buiten de in de
●
printerspecificaties vermelde waarden liggen.
Plaats de printer niet in een afgesloten ruimte, zoals een kast.
●
Plaats de printer op een stevig, horizontaal oppervlak.
●
Verwijder alles wat de ventilatieroosters van de printer blokkeert. De printer moet aan alle kanten een goede
●
luchtdoorstroming hebben, ook aan de bovenkant.
Bescherm de printer tegen vuil, stof, stoom, vet en andere elementen in de lucht die tot afzettingen in de
●
printer kunnen leiden.
De afdrukdensiteit aanpassen
Doorloop de volgende stappen om de afdrukdensiteit aan te passen.
1.
Open de EWS. Zie
2.
Klik op het tabblad Instellingen.
3.
Klik in het linkermenu op Voorkeuren.
4.
Klik op Algemene printerinstellingenen vervolgens op Geavanceerd.
5.
Breng de nodige wijzigingen aan onder Afdrukdichtheid en klik vervolgens op Toepassen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u problemen met beelddefecten kunt oplossen.
Inleiding
De volgende informatie bevat stappen om problemen met de kwaliteit van afbeeldingen op te lossen, waaronder:
Lichte afdruk
●
Grijze achtergrond of donkere afdruk
●
Lege pagina's
●
Zwarte pagina's
●
Donkere of lichte stroken
●
Donkere of lichte strepen
●
De printer configureren met de Embedded Web Server
(EWS).
Stap twee: controleer de omgeving
45