Bediening
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is,
wordt de betreffende kookzone een be-
paalde tijd op het hoogste vermogen in-
geschakeld (aankoken). Daarna wordt
naar de ingestelde vermogensstand
(doorkookstand) teruggeschakeld. De
aankooktijd hangt af van de ingestelde
doorkookstand (zie tabel).
Activeren
Raak de sensortoets van de ge-
wenste doorkookstand zo lang aan,
tot er een signaal klinkt en de sensor-
toets begint te knipperen.
Tijdens de aankooktijd (zie tabel) knip-
pert de ingestelde doorkookstand.
Als het aantal vermogensstanden is uit-
gebreid (zie hoofdstuk "Programme-
ring") en er een tussenstand is geselec-
teerd, knipperen de sensortoetsen voor
en na de tussenstand.
Als u tijdens de aankooktijd de door-
kookstand wijzigt, deactiveert u de
aankookautomaat.
Deactiveren
Raak de sensortoets van de inge-
stelde doorkookstand aan.
of
Stel een andere vermogensstand in.
36
Doorkookstand
1
1.
2
2.
3
3.
4
4.
5
5.
6
6.
7
7.
8
8.
9
De doorkookstanden met punt zijn alleen
beschikbaar als u het aantal vermogens-
standen heeft vergroot (zie "Programme-
ring").
Aankooktijd
[min : sec]
ca. 0 : 15
ca. 0 : 15
ca. 0 : 15
ca. 0 : 15
ca. 0 : 25
ca. 0 : 25
ca. 0 : 50
ca. 0 : 50
ca. 2 : 00
ca. 5 : 50
ca. 5 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
–