Overige Externe Componenten
[Guidelines SETUP]
■
Als u [ON] selecteert voor [Parking
Guidelines], kan u de parkeerrichtlijnen
aanpassen. Zie Aanpassen van de
parkeerrichtlijnen (P.62).
[Front Camera]
■
[ON]: Selecteer dit wanneer de voorste
camera is aangesloten.
[OFF ](Standaard): Selecteer dit wanneer
geen camera is aangesloten.
[Front Camera Settings *]
■
Past de CMOS-3xx-reeks aan met ID 2 („Front
Camera") ingesteld. Zie voor details de
instructiehandleiding van uw camera.
[Front Camera Interruption] *
■
[10 sec]/ [15 sec] (Standaard)/ [20 sec]: Het
camerascherm aan de voorkant wordt
weergegeven wanneer u de versnelling
terugbrengt vanuit de achteruit (R) -positie.
[OFF]: Annuleer.
*1 Als de CMOS-3xx-serie op dit toestel is
aangesloten.
*2 Als u [ON] selecteert voor [Rear Camera
Interruption] en [Front Camera].
62
Aanpassen van de parkeerrichtlijnen
1
1
2
3
2
4
OPMERKING
• Installeer de achteruitkijkcamera in de juiste
positie volgens de gebruiksaanwijzing geleverd
bij de achteruitkijkcamera.
• Zorg er bij het aanpassen van de
parkeerrichtlijnen voor dat u de parkeerrem
gebruikt om te voorkomen dat de auto beweegt.
Raak [ON] van [Parking Guidelines] aan in
het scherm Camera. (P.61)
Raak [Guidelines SETUP] aan op het
Camerascherm.
Pas de parkeerrichtlijnen aan door het
selecteren van de
Afstellen van de positie van de
geselecteerde -markering.
C
Zorg ervoor dat de lijnen A en B
horizontaal parallel zijn en dat lijnen C en
D dezelfde lengte hebben.
OPMERKING
• Raak [Initialise] aan en raak daarna [Yes] aan
om alle
markeringen in te stellen op hun
oorspronkelijke standaardpositie.
-markering.
A
D
B