5-INSTALLATIE EN MONTAGE
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE VENTILATOREN
In de meegeleverde kit zitten 2 silicone kabels van 2,5 meter lang voor de bekabeling van de ventilatoren. Begin met het bekabelen als
volgt:
In de positie 2 sluit u de geel-groene draad aan, terwijl u in de positie 1 de resterende twee draden aansluit (de volgorde van de kleuren
heeft geen belang omdat de ventilatoren geen polarisatie hebben) (fig.7).
Vastgeschroefd op de stijl van de structuur, op het bovenste deel, bevindt zich het klemmenbord waarop u de kabels van de ventilator
moet bekabelen (fig.8). Sluit de twee aardingskabels van de ventilatoren aan op de eerste klem links (T). Sluit de twee resterende kabels
afkomstig van de linker ventilator aan op de bekabelde klemmen met de witte kabels (B). Sluit de twee resterende kabels afkomstig van
de rechter ventilator aan op de bekabelde klemmen met de paarse kabels (V).
BELANGRIJK!
De kabel voor de aansluiting van de ventilator is vervaardigd uit silicone, zodat die tegen hoge temperaturen
bestand zou zijn. In geval de kabel wordt verlengd (meer dan 2,5 m) en in ieder geval hoe dan ook moet u controleren
of de kabel geen contact maakt met de warme delen van de monoblok, en van de aansluitleidingen van de lucht
vanbinnen in de bekleding of in de structuur.
FIGUUR 7 – POSITIE KLEMMEN VENTILATOREN
22
FIGUUR 7 – POSITIE KLEMMENBORD
FIGUUR 8 – POSITIE KABELS OP HET KLEMMENBORD