Instellingen
Instellingen
<Home Customize>
Selecteert de weergavebron om op het startscherm
weer te geven.
Kies het te vervangen onderdeel (
vervolgens het onderdeel (
2
gekozen positie wilt plaatsen.
Herhaal de procedure om uw startscherm aan te passen.
• Alleen de bronnen die kunnen worden gekozen
verschijnen.
• [Camera] kan niet op het startscherm worden
geplaatst.
• Door het afspeelbronpictogram op het Thuisscherm
ingedrukt te houden kan het itemselectiescherm ook
worden weergegeven.
<Screen Adjustment>
Stel de helderheid en zwartheid van het scherm in.
Kies [DIM ON] (dimmer aan) of [DIM OFF] (dimmer
uit) en verander vervolgens de volgende instellingen:
<Bright>
Instellen van de helderheid.
• –15 tot +15 (Basisinstelling: 0 voor dimmer aan, +15
voor dimmer uit)
<Black>
Instellen van zwart.
• –10 tot +10 (Basisinstelling: 0)
1
) en
<Video Output>
) dat u op de
Kies het kleursysteem van de externe monitor.
• NTSC/PAL (Basisinstelling)
"Please Power Off" verschijnt nadat de instelling is
veranderd. Schakel de stroom uit en vervolgens weer
in zodat de verandering effectief wordt.
<Viewing Angle>
Kies de kijkhoek in overeenstemming met de monitor
zodat het scherm op het paneel beter te zien is.
• Under 0° (Basisinstelling)/5°/10°/15°/20°
Ingangsinstelling
Toon het <Input> scherm.
Tik als volgt in het startscherm:
Tik vervolgens in het scherm <Settings> op [Input].
Bijv. invoerinstellingenscherm
<Rear Camera>
Maak de instellingen voor de achterzichtcamera.
<Rear Camera Interruption>
• ON (Basisinstelling): Het beeld van de
achterzichtcamera wordt getoond wanneer de
versnelling in zijn achteruit (R) wordt geschakeld.
– Er wordt een waarschuwing getoond op het
scherm. Voor het wissen van de waarschuwing,
raakt u het scherm weer even aan.
• OFF: Kies wanneer u geen camera heeft aangesloten.
<Parking Guidelines>
• ON (Basisinstelling): Tonen van de richtlijnen voor het
parkeren.
• OFF: Verbergt de richtlijnen voor het parkeren.
NEDERLANDS
35