Zie ook:
"Operator Panel (Bedieningspaneel)" op pagina 16
Gebruikmaken van Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen)
De volgende procedure gebruikt Windows 7 als een voorbeeld.
Opmerking:
Indien u IPv6 mode gebruikt voor afdrukken via het netwerk, dan kunt u Printer Setting Utility
(Hulpprogramma Printerinstellingen) niet gebruiken voor het toewijzen van een IP-adres.
1. Klik op Start — All Programs (Alle programma's) — EPSON — uw printer — Printer Setting
Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen).
Opmerking:
Het venster voor het selecteren van een printer verschijnt in deze stap, als de meervoudige print
drivers worden geïnstalleerd op uw computer. In dit geval klikt u op de naam van de gewenste printer
die staat vermeld in Printer Name (Printernaam).
De Printer Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen) start.
2. Klik op het tabblad Printer Maintenance (Printeronderhoud).
3. Selecteer TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen) uit de lijst aan de linkerkant van de pagina.
De TCP/IP Settings (TCP/IP-instellingen) pagina wordt weergegeven.
4. Selecteer Panel (Bedieningspaneel) in IP Address Mode (IP-adresmode ), en voer dan de
waarden in, in IP Address (IP-adres), Subnet Mask (Subnetmasker), and Gateway Address
(Gateway-adres).
5. Klik op de Restart printer to apply new settings (Start de printer opnieuw om nieuwe
instellingen toe te passen) toets om het te activeren.
Het IP-adres is toegewezen aan uw printer. Om de instelling te controleren, geeft u de webbrowser
weer op een computer die is aangesloten op het netwerk en voert u het IP-adres in, in de adresbalk van
de browser. Indien het IP-adres juist is ingesteld, wordt de EpsonNet Config weergegeven in uw
browser.
AL-M200 Series
Gebruikershandleiding
Printeraansluiting en software-installatie
34