3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Pas de afdrukinstellingen zo
nodig aan (zoals de pagina's die u wilt afdrukken of het aantal kopieën).
4. Om de afdrukinstellingen die niet op het eerste scherm beschikbaar zijn, aan te passen, zoals
Paper Size (Papierformaat ), Paper Type (Papiersoort ), of Feed Orientation
(Invoerrichting), klikt u op Preferences (Voorkeuren).
Het dialoogvenster Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken)
verschijnt.
5. Specificeer de afdrukinstellingen. Voor meer informatie, klik op Help.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor
afdrukken) te sluiten.
7. Klik op Print (Afdrukken) om de taak naar de geselecteerde printer te sturen.
Een afdruktaak annuleren
Er zijn verschillende manieren om een afdruktaak te annuleren.
Een taak annuleren vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op de
Opmerking:
Het afdrukken wordt alleen voor de huidige taak geannuleerd. Alle volgende taken worden wel
afgedrukt.
Een taak annuleren vanaf een computer (Windows)
Een taak vanaf de taakbalk annuleren
Wanneer u een afdruktaak verstuurt, verschijnt er een klein printerpictogram op de taakbalk.
1. Dubbelklik op het printerpictogram.
Er verschijnt een lijst met afdruktaken in het printervenster.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
(Taak annuleren) toets.
AL-M200 Series
Gebruikershandleiding
Afdrukbasics
130