1. Uw webbrowser lanceren.
2. Voer het IP-adres van de printer in de adresbalk in, en druk dan op de Enter toets.
EpsonNet Config verschijnt op uw browser.
3. Selecteer Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer TCP/IP in de Protocol Settings (Protocolinstellingen) map op het
linkernavigatiepaneel.
5. In het IP Address Mode (IP-adresmode ) veld, selecteert u de DHCP/AutoIP optie.
6. Klik op de toets Apply (Toepassen).
Een IP-adres (voor IPv4 Mode)
Opmerking:
❏ Wanneer u handmatig een IP-adres toewijst in de IPv6 modus, gebruikt u EpsonNet Config. Voor
het weergeven van de EpsonNet Config, gebruikt u de link lokaal adres. Voor het controleren van een
link lokaal adres, zie "Controleren en afdrukken van de System Settings (Systeeminstell.) pagina" op
pagina 35.
❏ Een IP-adres toewijzen wordt beschouwd als een geavanceerde functie en wordt normaal uitgevoerd
door een systeemadministrator.
❏ Afhankelijk van de adresklasse, kan het bereik van het toegewezen IP-adres verschillend zijn. Op
klasse A wordt bijvoorbeeld een IP-adres in het bereik van 0.0.0.0 tot 127.255.255.255
toegewezen. Neem contact op met uw systeemadministrator voor het toewijzen van IP-adressen.
U kunt het IP-adres toewijzen via het bedieningspaneel of door gebruik te maken van het Printer
Setting Utility (Hulpprogramma Printerinstellingen).
Het bedieningspaneel gebruiken
1. Zet de printer aan.
Zorg ervoor dat het LCD-paneel Ready to Print (Afdrukgereed) vertoont.
2. Druk op het bedieningspaneel op de
3. Selecteer Admin Menu (Menu Beheer), en druk vervolgens op de
AL-M200 Series
(Menu) toets.
Printeraansluiting en software-installatie
Gebruikershandleiding
toets.
32