Draadloos netwerk instellen
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Network Settings.
6
Klik op Wireless > Wizard.
De Wizard zal u door de configuratie van het draadloos
netwerk loodsen. Als u het draadloos netwerk echter
rechtstreeks wilt instellen, selecteert u Custom.
7
Selecteer de Network Name(SSID) in de lijst.
•
SSID: SSID (Service Set Identifier) is een naam die een
draadloos netwerk aanduidt. Toegangspunten en
draadloze apparaten die een verbinding proberen te
maken met een bepaald draadloos netwerk, moeten
dezelfde SSID gebruiken. De SSID is
hoofdlettergevoelig.
•
Operation Mode: Operation Mode verwijst naar het
type draadloze verbinding (zie "Naam van draadloos
netwerk en netwerksleutel" op pagina 33).
-
Ad-hoc: In deze modus kunnen draadloze
apparaten rechtstreeks met elkaar communiceren
in een peer-to-peer-omgeving.
-
Infrastructure: in deze modus kunnen draadloze
apparaten via een toegangspunt met elkaar te
communiceren.
2. Een via een netwerk aangesloten
Als de Operation Mode van uw netwerk ingesteld is op
Infrastructure selecteert u de SSID van het
toegangspunt. Als Operation Mode ingesteld is op Ad-
hoc selecteert u de SSID van het apparaat. Houd er
rekening mee dat "portthru" de standaard SSID van uw
apparaat is.
8
Klik op Next.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor
draadloze netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde
wachtwoord (netwerksleutel) in en klikt u op Next.
9
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de
instellingen van het draadloze netwerk. Als de instellingen
juist zijn, klikt u op Apply.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als
het goed is, communiceert uw apparaat nu draadloos met
het netwerk. In de ad-hocmodus kunt u tegelijkertijd een
draadloos LAN en een bekabeld LAN gebruiken.
56
apparaat gebruiken