Draadloos netwerk instellen
8
Klik op Volgende.
9
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Volgende.
10
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
11
Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer.
Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste
gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven
welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
12
Klik op Draadloze verbindingen instellen en
installeren.
13
De software zoekt naar draadloze netwerkapparaten.
Als het draadloze netwerk niet wordt gevonden,
controleert u of de USB-kabel tussen de computer en de
printer goed is aangesloten en volgt u de instructies in het
venster.
2. Een via een netwerk aangesloten
14
Er verschijnt een lijst met de draadloze netwerken die het
apparaat heeft gevonden.
Als u de standaardinstelling voor ad-hocnetwerken van
Samsung wilt gebruiken, selecteert u het laatste draadloze
netwerk in de lijst met de Netwerknaam (SSID). Deze is
portthru en het Signaal isPrinternetwerk.
Klik daarna op Next.
Als u andere ad-hocinstellingen wilt gebruiken, kiest u een
ander draadloos netwerk in de lijst.
Als u ad-hocinstellingen wilt wijzigen, klikt u op de knop
Geavanceerde instelling.
• Voer de naam van het draadloze netwerk in: Voer
de SSID in (de SSID is hoofdlettergevoelig).
• Werkingsmodus: Selecteer Ad-hoc.
• Kanaal: Selecteer het kanaal (Auto-inst. of 2412 MHz
tot 2467 MHz).
• Verificatie: selecteer een verificatietype.
Open syst.: er wordt geen verificatie gebruikt en
codering wordt gebruikt als gegevensbeveiliging
vereist is.
Ged. Sleutel: verificatie wordt gebruikt. Een apparaat
met de juiste WEP-sleutel heeft toegang tot tot het
netwerk.
• Codering: Selecteer de codering (Geen, WEP64 of
WEP128).
52
apparaat gebruiken