Controleer of het papier in de invoerlade niet is omgekruld. Maak het papier weer recht door het in de
–
tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te
–
bewaren.
Als u klaar bent met afdrukken, verwijdert u ongebruikt fotopapier uit de invoerlade. Bewaar het
–
fotopapier zo dat het niet kan omkrullen. Dit kan de afdrukkwaliteit verminderen.
Reinig de papierrollen.
–
Pagina's zitten scheef
●
Zorg ervoor dat het papier in de invoerlade is uitgelijnd met de papierbreedtegeleiders. Indien nodig
–
trekt u de invoerlade uit de printer, plaatst u het papier correct terug in de lade en controleert u of de
papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
Plaats alleen papier in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
–
Zorg ervoor dat de achterklep goed is geplaatst.
–
Er worden meerdere vellen tegelijk aangevoerd
●
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg
–
dat de papierbreedtegeleider het papier in de invoerlade niet buigt.
Controleer of er niet te veel papier in de invoerlade is geplaatst.
–
Zorg dat de vellen papier niet samengeplakt zijn.
–
Gebruik HP papier voor optimale prestaties en efficiëntie.
–
Reinig de papierrollen.
–
Papierrollen handmatig reinigen
1.
Verzamel de volgende materialen:
Een lang en pluisvrij wattenstaafje
●
Gedistilleerd of gefilterd water of flessenwater (kraanwater kan het apparaat beschadigen)
●
2.
Druk op de aan-uitknop
3.
Maak het netsnoer aan de achterzijde van de printer los.
4.
Koppel andere kabels los van de printer.
5.
Verwijder de invoerlade.
96
Hoofdstuk 9 Een probleem oplossen
om de printer uit te schakelen.