•
In sommige omstandigheden kan de camera wellicht niet scherpstellen.
•
In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders wellicht niet
blauw, ook niet als u de sluiterknop half indrukt. U kunt in dat geval de
scherpstelling en belichting instellen met het AF-kader.
•
Als er geen correcte belichting kan worden verkregen, worden de
sluitertijd en de diafragmawaarde oranje weergegeven. Haal uw vinger
van de sluiterknop en druk deze opnieuw half in.
•
In deze modus kunt u geen opnamen maken met AF-vergrendeling.
De optie [AF-Punt Zoom] op het tabblad 4 is niet beschikbaar in de
•
modus Servo AF.
•
Niet beschikbaar wanneer u de zelfontspanner gebruikt
Opnamen maken met AF-vergrendeling
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de afstand
waarop wordt scherpgesteld niet veranderd, ook niet als u de sluiterknop loslaat.
Opnamen maken met AF-vergrendeling
Stel scherp.
●
De scherpstelling en de belichting blijven
behouden als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de sluiterknop
half indrukt.
Vergrendel de focus.
●
Houd de sluiterknop half ingedrukt en druk
op de knop q.
De scherpstelling wordt vergrendeld en
en het MF-lmapje verschijnen op het scherm.
●
Haal uw vinger van de sluiterknop, druk
nogmaals op de knop q en gebruik daarna
de knoppen qr of draai aan de instelknop
 om
te selecteren. De scherpstelling
wordt ontgrendeld.
Kies de beeldcompositie en maak
een opname.
(pp.
61, 80, 81).
87