Foto's maken (Smart Auto)
De camera kan het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodat u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt
laten selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan
ook gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de
kleur en helderheid optimaal worden ingesteld.
Scherpstelbereik
(bij benadering)
Zoombalk
26
Schakel de camera in.
●
Druk op de knop ON/OFF.
Het opstartscherm verschijnt.
Selecteer de modus A.
Stel het programmakeuzewiel in op A.
●
●
Als u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera geluid omdat deze de
compositie bepaalt.
Het pictogram voor de ingestelde
compositie wordt weergegeven rechts
boven in het scherm.
De camera stelt scherp op gedetecteerde
gezichten en geeft kaders weer rond deze
gezichten.
Kies de compositie.
●
Als u de zoomknop naar i (telelens)
duwt, zoomt u in op het onderwerp zodat
dit groter lijkt. Als u de zoomknop naar
j (groothoek) duwt, zoomt u uit op
het onderwerp zodat dit kleiner lijkt.
(De zoombalk, die de zoompositie
aangeeft, verschijnt op het scherm.)
Als u de zoomknop helemaal naar j
●
(groothoek) of naar i (telelens) duwt,
zoomt u sneller in of uit. Als u de knop
een beetje draait, zoomt u langzamer.
Stel scherp.
●
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen.