8 Trigger Setup Edit (Triggerinstelling wijzigen)
HH-2
RHH130
DT Snare DT-drumtrigger (voor een snaredrum)
DT HiTom DT-drumtrigger (voor kleine toms)
DT LoTom DT-drumtrigger (voor grote toms)
DT Kick
DT-drumtrigger (voor een bassdrum)
misc~1–6 Pads 1 t/m 6 van andere fabrikant
*1 Deze padtypes verschillen van elkaar in de gevoeligheidsin-
stellingen van de drie zones (boogzone, randzone en
komzone in een bekkenpad met 3 zones). U kunt dit naar
wens wijzigen.
'CY-1' is de instelling waarbij de gevoeligheid in de drie zones
gelijk is.
'CY-2' is de instelling waarbij de gevoeligheid van de randzone
lager is dan die van de andere zone.
'CY-3' is de instelling waarbij de gevoeligheid van de komzone
lager is dan die van de andere zone.
TRG3
Gain, MVI (Minimum Velocity)
TRG3~
ƒsnare~~0%
"Gain=65MVl=~12‚
Gain
[Bereik]
0–99
Hiermee past u de ingangsversterking (gevoeligheid) aan voor de
ingangsaansluiting die bovenaan op de pagina is toegewezen.
Bij een hogere waarde kunt u met een lager ingangsniveau voor
de pad geluid produceren.
* Deze waarde wordt automatisch ingesteld nadat het juiste
padtype is ingesteld in [TRG2 Type (Pad Type)]. U moet de
waarde nog wel nauwkeurig afstemmen.
* Sommige pads hebben een knop om de gevoeligheid aan te
passen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding die
bij de pad is geleverd.
MVI
[Bereik]
1–127
Hier stelt u de MIDI-aanslaggevoeligheid (volume) in die wordt
verzonden bij de zachtste slag op de pad. Hogere waarden
produceren een hoger volume, zelfs bij een zachte slag op de pad.
Hierdoor ontstaat echter een klein volumebereik, zodat het
moeilijk wordt om geschikte, brede dynamische niveaus te
produceren.
Het triggeringangsniveau wordt als een percentage rechtsboven
in het scherm weergegeven. De maximale aanslagsnelheid
(ingangsniveau 99 procent) is 127. Hoe lager het niveau is bij de
zachtste slag op de pad, des te groter het potentiële dynamische
bereik is.
* Deze waarde wordt automatisch ingesteld nadat het juiste
padtype is ingesteld in [TRG2 Type (Pad Type)]. U moet de
waarde nog wel nauwkeurig afstemmen.
36
DTX500 Gebruikershandleiding
TRG4
VelCurve (Velocity Curve)
TRG4~
ƒsnare~~0%
"VelCurve=norm~‚
Hier selecteert u de aanslaggevoeligheidscurve voor de
ingangsaansluiting die in bovenaan in het scherm is toegewezen.
norm
loud2
loud1
Sterkte van slag →
TRG5
RejTime (Self Rejection Time)
TRG5 ~ƒsnare~~0%
"~~RejTime=1~~~‚
[Bereik]
0–9
Hiermee voorkomt u dubbele triggers in de ingangsaansluiting
die bovenaan in het scherm is toegewezen. Nadat een event is
ontdekt, worden volgende events automatisch voor een bepaalde
periode uitgeschakeld. Bij een hogere waarde worden events
langere tijd uitgeschakeld.
TRG6
RejLvlAll (Rejection Level)
TRG6 ~ƒsnare~~0%
"~RejLvlAll=2~~‚
[Bereik]
0–9
Hiermee voorkomt u overspraak in de ingangsaansluiting die
bovenaan in het scherm is toegewezen. Events die worden
geactiveerd door andere pads (ingangsaansluitingen) met een
lagere ingangswaarde dan hier is ingesteld, worden een bepaalde
periode niet geactiveerd. Bij hogere waarden is een hoger
ingangsniveau vereist om een triggerevent te produceren.
hard1
hard2