2-3.
De letter '˙' naast 'äkick' geeft laagnummer 1 aan en
'¶' geeft laagnummer 2 aan. Via één ingangsbron
kunnen twee voices worden uitgestuurd (in een laag).
Selecteer hier de voice die u wilt bewerken.
KIT2~~~äkick~~~˙
"K01:OakCustom~‚
2-4.
Kies nu de categorie voor de drumvoice. Voor
drumvoices worden dezelfde categorieën gebruikt als
bij het instellen van gebruikersclickgeluiden (p. 17).
● Voicecategorie
K: Kick
S: Snare
T: Tom
C: Cymbal
H: Hi-hat
P: Percussion
E: Effect
Selecteer hier 'K: Kick'. Druk op de knoppen [
om de knipperende cursor naar de voicecategorie te
verplaatsen en gebruik de draaiknop Jog om 'K' te
selecteren.
LET OP
• Als de gegevens zijn gewijzigd, wordt in het scherm een
*
sterretje '
' weergegeven naast '
verdwijnt nadat u de gegevens hebt opgeslagen (p. 32).
Als u een andere drumkit, enzovoorts, selecteert voordat
u de gegevens hebt opgeslagen, wordt de oorspronkelijke
staat van deze instellingen hersteld. Als u de wijzigingen
wilt bewaren, moet u niet vergeten de gegevens op te
slaan.
2-5.
Selecteer nu een drumvoice.
<
Druk op de knoppen [
gaat knipperen en wijs een drumvoice toe met de
draaiknop Jog. Het nummer en de naam van de voice
worden weergegeven.
Selecteer hier 'K02:MapleCustm'.
* Als het voicenummer is ingesteld op '
NoAssign
'
' weergegeven als voicenaam en wordt
geen geluid geproduceerd.
KIT2*~~äkick~~~˙
"K02:MapleCustm‚
OPMERKING
• Wanneer voor laag 1 en laag 2 drumvoices zijn ingesteld,
wordt het laagpictogram
˙
KIT3 t/m KIT10 weergegeven. Verplaats de knipperende cur-
sor naar dit pictogram (indien nodig) en wijzig met de draai-
knop Jog de laag die u wilt bewerken.
• Als er een drumvoice is toegewezen aan laag 1 of laag 2 (en de
andere is ingesteld op 'NoAssign'), dan wordt het laagpicto-
gram niet weergegeven in de schermen KIT3 t/m KIT10. De
laag die een drumvoice heeft, is de laag die u gaat bewerken.
• Wanneer zowel aan laag 1 als laag 2 geen drumvoice is toege-
wezen ('NoAssign'), wordt '---' weergegeven in de scher-
men KIT3 t/m KIT18 en kunt u geen instellingen kiezen.
Laagnummer
<
>
]/[
]
KIT
'. Dit sterretje
>
]/[
] zodat het voicenummer
00
', wordt
of
¶
rechtsboven in de schermen
7 Creëer uw eigen originele drumkit
U hebt nu de drumvoice geselecteerd die
wordt gebruikt als basis voor uw originele
drumvoice.
Nu gaat u deze drumvoice bewerken en uw
eigen originele basdrumvoice maken.
Selecteer en configureer de display die u wilt bewerken op
pagina 3 tot 25 in het scherm KIT.
Sla altijd de gegevens op wanneer u de
instellingen wijzigt!
Zorg dat u de gegevens opslaat nadat
wijzigingen in de instellingen zijn aangebracht.
Zie stap 26 voor meer informatie over opslaan.
Als u een andere drumset enz. selecteert voordat u
de gegevens opslaat, worden de huidige instellingen
teruggezet op hun oorspronkelijke waarden. Als u de
wijzigingen die u in de instellingen hebt aangebracht
wilt bewaren, moet u de functie Opslaan uitvoeren.
3
Het volume wijzigen
Hier bepaalt u het uitgangsvolume van de drumvoice bij een
slag op de pad. Hiermee kunt u de volumebalans tussen de
verschillende pads aanpassen.
>
Gebruik de knop [
] om de pagina KIT3 te openen en stel
het volume in met de draaiknop Jog (0–127).
KIT3*~~äkick~~~˙
"~~Volume=120~~‚
4
De toonhoogte wijzigen
Hier bepaalt u de toonhoogte van de drumvoice.
>
Gebruik de knop [
] om de pagina KIT4 te openen en stel de
toonhoogte in halve tonen in met de draaiknop Jog (-24,0 tot
0 tot +24,0).
KIT4*~~äkick~~~˙
"~~Tune=-~3.0~~‚
5
De panwaarde wijzigen
hier bepaalt u de paninstelling van de drumvoice (de positie
van de voice in het stereobeeld).
>
Gebruik de knop [
] om de pagina KIT5 te openen en stel de
panpositie van de voice in met de draaiknop Jog.
Het bereik loopt van 'L64' (uiterst links) tot 'C' (midden) tot
'R63' (uiterst rechts). Als u aan de knop draait, ziet u dat de
positie van de voice in het stereobeeld verandert.
KIT5*~~äkick~~~˙
"~~~~Pan=L~5~~~‚
DTX500 Gebruikershandleiding
27