Function
Configureert de functies waardoor het toestel makkelijker te gebruiken is.
• De standaardinstellingen zijn onderstreept.
■
Input Rename
Wijzigt de naam van de signaalbron die op de display van het voorpaneel wordt
weergegeven.
Signaalbronnen
HDMI 1–4, AV 1–5, AUDIO, USB, AUX
■
Procedure
1
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om de signaalbron te selecteren waarvan u de
naam wilt wijzigen, en druk op ENTER.
• Als u een naam wilt selecteren uit de voorkeuze-instellingen, gebruikt u de cursortoetsen (q/w) om een
signaalbron te selecteren en de cursortoetsen (e/r) om de naam van een voorinstelling te selecteren.
2
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om de invoegpositie te verplaatsen en de
cursortoetsen (q/w) om een teken te selecteren.
I n p u t R e n a m e
H D M I 1
B l u - r a y
O K : E N T E R
C A N C E L : R E T U R N
3
Druk op ENTER om de nieuwe naam te bevestigen.
• Druk op RETURN als u de invoer wilt annuleren.
4
Als u de naam van een andere signaalbron wilt wijzigen, herhaalt u stap 1 tot 3.
5
Druk op SETUP om het menu te sluiten.
■
Dimmer
Wijzigt de helderheid van de display op het voorpaneel.
Instelbereik
-4 tot 0 (hoger voor helderder)
• De display op het voorpaneel kan donker worden als "ECO Mode" (p. 61) is ingesteld op "On".
■
Memory Guard
Voorkomt dat de instellingen per ongeluk worden gewijzigd.
Instellingen
Off
De instellingen zijn niet beveiligd.
On
De instellingen zijn beveiligd totdat "Off" wordt geselecteerd.
• Wanneer "Memory Guard" is ingesteld op "On" wordt het volgende pictogram (
weergegeven.
M e m o r y G u a r d
M e m o r y G u a r d
O n
B a c k : R E T U R N
INSTELLINGEN ➤ Verschillende functies configureren (menu Setup)
) in het menuscherm
Pictogram
62
Nl