8. In bedrijf stellen
8.1. Vullen en ontluchten cv-systeem
ä
Let op!
Schakel de voedingsspanning van de warmtepomp en de cv-
ketel nog niet in. Doe dit pas als dit uitdrukkelijk wordt gevraagd
tijdens de inbedrijfstelling.
ä
Let op!
Voorkom het starten van het toestel tot de cv-installatie volledig
gevuld en ontlucht is. Zorg er voor dat de kamerthermostaat
geen warmtevraag creëert en gebruik de warm waterkraan niet.
De woning is aangesloten op een vaste elektrische aansluiting
●
via een energieleverancier.
Controleer en open alle handbediende afsluiters, kleppen en
●
kranen van het cv-systeem.
Controleer en open alle automatische ontluchters van het cv-
●
systeem.
Volg ook de instructies voor de cv-ketel over het vullen en
●
ontluchten.
Eerste keer opstarten
ä
Let op!
De warmtepomp zal bij de allereerste keer inschakelen van de
voedingsspanning opstarten in de bedrijfstand FILL voor de
inbedrijfstelling.
De warmtepomp is uitgeschakeld voor warmtevraag. De
vorstbeveiliging is geactiveerd.
Het mengventiel is volledig geopend voor het vullen en ontluchten
van het gehele cv-systeem.
De led-indicator brandt niet.
Zodra een instelbare parameter wordt aangepast, gaat de
●
warmtepomp naar de bedrijfstand AAN.
De warmtepomp blijft in de bedrijfstand FILL wanneer
●
instellingen in het menu alleen worden bekeken.
50
fill
ä
Let op!
Door ontluchting kan de systeemdruk zakken.
Vul, indien nodig, het systeem bij tot ongeveer 200 kPa (2 bar).
ä
Let op!
Volg voor vloerverwarming de vul- en ontluchtinstructie van de
fabrikant.
a) Schakel de voedingsspanning van de warmtepomp, en indien
nodig van de cv-ketel, in.
Als het toestel spanningsloos blijft dient men de betreffende zekering
in de groepenkast te controleren en, indien nodig, te vervangen.
Wanneer deze zekering niet de oorzaak is, controleer dan de zekering
van de regelunit. Vervang deze, indien nodig.
Wanneer ook deze zekering niet de oorzaak is, neem dan contact op
met Itho Daalderop.
b) Vul het cv-systeem met schoon water, zoals beschreven in
Eisen cv-systeem op pagina
c) Het cv-systeem moet op een systeemdruk van ongeveer 150-200
kPa (1,5-2 bar) worden ingesteld, gemeten bij de warmtepomp.
d) Controleer het cv-systeem op lekkage.
e) Ontlucht het cv-systeem. Begin bij het laagste punt en eindig bij
het hoogste punt.
f)
Vul de sifons van de ventilatiebox van de warmtepomp, de cv-
ketel en van het cv-systeem volledig met water.
Doorloop eerst de gehele vulprocedure alvorens verder te gaan met het
instellen van het systeem.
g) Ga verder met de Inbedrijfsstelling op pagina 51.
7.