4.3. Aansluiten leidingen
Opmerking
Om schade aan het toestel te voorkomen moet altijd een
minimale cv-watercirculatie over het toestel mogelijk zijn van
minimaal 300 l/uur.
Opmerking
De aansluiting op het toestel is niet maatgevend voor de
diameter van de binnenhuisaansluiting.
2
1
1
Ø22 mm | Cv-aanvoer
2
Ø22 mm | Cv-retour
3
Ø22 mm | Cv-bijstook
De toegepaste leidingen moeten voldoen aan de voorschriften zoals
beschreven in
Eisen cv-systeem op pagina
Spoel het leidingsysteem grondig door voor installatie en/of
●
ingebruikname.
Plaats afsluiters in het leidingsysteem voor
●
servicewerkzaamheden of vervanging van de warmtepomp.
Alle leidingen moeten ontluchtend worden aangelegd.
●
In het leidingsysteem moet een voorziening voor ontluchting
●
worden opgenomen; zoals bijvoorbeeld automatische
ontluchters.
Houd de leidinglengte tussen de warmtepomp en de grootste
●
afname van verwarming (woonkamer) zo kort mogelijk ter
voorkoming van warmteverlies.
Bochten in het leidingwerk bij voorkeur gebogen of met
●
bochtstukken uitvoeren.
Alle leidingen tussen het cv-toestel, de warmtepomp en de
●
verdeler moeten thermisch geïsoleerd worden met
ammoniakvrij isolatiemateriaal.
De verdeler moet altijd goed bereikbaar zijn voor het inregelen,
●
controleren en onderhouden van het afgiftesysteem.
De groepen van de vloerverwarming moeten afzonderlijk
●
instelbaar zijn.
Monteer een drukverschilregelaar zo ver mogelijk van de
●
warmtepomp, op een goed bereikbare plaats, tussen de cv-
aanvoer en cv-retour.
Stel de drukverschilregelaar in op 25 kPa.
3
7.
Monteer een overdrukventiel, op een goed bereikbare plaats, in
●
de cv-aanvoerleiding binnen 0,5 meter afstand van de
warmtepomp. Stel het overdrukventiel in op 300 kPa.
Monteer een expansievat, achter de drukverschilregelaar, in de
●
cv-retourleiding.
Het expansievat is geschikt voor een non-ferro systeem en moet
●
afgestemd zijn op de waterdruk en inhoud van het cv-systeem.
Monteer een vulkraan, op een goed bereikbare plaats, in de cv-
●
aanvoerleiding in de installatieruimte. Het vulpunt moet
beveiligd worden met een terugstroombeveiliging wanneer
gevuld via de drinkwaterleiding.
25