7.3. Opstarten
Tijdens het opstarten wordt een lcd-test uitgevoerd. Hierdoor zullen
alle iconen en symbolen in het display kort worden getoond. Na de
test is de actuele bedrijfstatus van de warmtepomp op het scherm
zichtbaar.
Voorbeeld opstartscherm:
De led-indicator brandt niet.
De warmtepomp kent de volgende drie bedrijfsstanden:
1.
AAN
2. STAND-BY
3. UIT
Eerste keer opstarten
ä
Let op!
De warmtepomp zal bij de allereerste keer inschakelen van de
voedingsspanning opstarten in de stand FILL voor de
inbedrijfstelling.
De warmtepomp is uitgeschakeld voor warmtevraag. De
vorstbeveiliging is geactiveerd.
Het mengventiel is volledig geopend voor het vullen en ontluchten
van het cv-systeem.
De led-indicator brandt niet.
Zodra een instelbare parameter wordt aangepast, gaat de
●
warmtepomp naar de bedrijfstand AAN.
De warmtepomp blijft in de bedrijfstand FILL wanneer
●
instellingen in het menu alleen worden bekeken.
Opmerking
Na de inbedrijfstelling zal bij het opnieuw inschakelen van de
voedingsspanning de warmtepomp altijd opstarten in de laatst
gekozen stand AAN of STAND-BY.
fill
7.3.1. Bedrijfsstand AAN
De warmtepomp is ingeschakeld.
Voorbeeld bedrijfsstatus:
De led-indicator brandt continu blauw.
7.3.2. Bedrijfsstand STAND-BY
De warmtepomp is voor 72 uur uitgeschakeld.
De cv-ketel en het mengventiel van de warmtepomp blijven
ingeschakeld voor warmtevraag.
De vorstbeveiliging van de warmtepomp is geactiveerd.
Voorbeeld Stand-by:
72
De led-indicator brandt niet.
7.3.3. Bedrijfsstand UIT
De warmtepomp kan alleen volledig uitgeschakeld worden door de
voedingsspanning uit te schakelen.
De cv-ketel wordt niet aangestuurd voor warmtevraag.
HEATL
stdby
33