nl
Inschakelen van
het apparaat
Afb. 1
Het apparaat met hoofdschakelaar 5
inschakelen.
Afb. 2
Een alarmsignaal is te horen, de
alarmtoets 1 en de temperatuurindicatie
knipperen.
Door de alarmtoets 1 in te drukken wordt
het alarmsignaal uitgeschakeld.
De alarmtoets brandt en de
temperatuurindicatie knippert tot in het
apparaat de ingestelde temperatuur is
bereikt.
Aanwijzingen bij het gebruik
S Als in de diepvriesruimte de
bedrijfstemperatuur is bereikt, dan
brandt het temperatuurindicatielampje
voortdurend.
S De voorzijde van het apparaat achter de
deur wordt gedeeltelijk licht verwarmd
waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
S Als de deur van de diepvriesruimte na
het sluiten niet meteen weer geopend
kan worden: twee tot drie minuten
wachten tot de ontstane onderdruk
is opgeheven.
S Door het volledig automatische
Nofrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
64
Instellen van
de temperatuur
Afb. 2
Diepvriesruimte
(van -16 °C tot -24 °C)
Temperatuur insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur in
de diepvriesruimte is ingesteld. De laatst
ingestelde waarde wordt in het geheugen
opgeslagen.
De ingestelde temperatuur wordt op
indicatie 4 aangegeven.
Wij adviseren in de diepvriesruimte een
instelling van -18 °C.