De printkoppen reinigen
Voer de diepte-reiniging uit
3.
Zorg dat het apparaat aan staat en klik vervolgens op Uitvoeren (Execute).
Klik op OK in het bevestigingsbericht.
De diepte-reiniging wordt gestart.
Voltooi de diepte-reiniging
4.
Het dialoogvenster Controle spuitopening (Nozzle Check) wordt geopend na het
bevestigingsbericht.
Controleer de resultaten
5.
Klik op de knop Controleraster afdrukken (Print Check Pattern) om te controleren of de
afdrukkwaliteit is verbeterd. Klik op Annuleren (Cancel) als u deze controle niet wilt uitvoeren.
Belangrijk
Bij Reiniging (Cleaning) wordt een kleine hoeveelheid inkt gebruikt. Bij Diepte-reiniging (Deep
Cleaning) wordt meer inkt gebruikt dan bij Reiniging (Cleaning).
Wanneer u de printkoppen vaak reinigt, zal de inktvoorraad snel slinken. Voer daarom alleen een
reiniging uit wanneer dit noodzakelijk is.
Opmerking
Als na Diepte-reiniging (Deep Cleaning) geen verbetering optreedt, schakelt u het apparaat uit,
wacht u 24 uur en voert u Diepte-reiniging (Deep Cleaning) opnieuw uit. Als er nog steeds geen
verbetering optreedt, is de inkt mogelijk op of is de printkop versleten. Raadpleeg '
beweegt maar er wordt geen inkt toegevoerd
Verwant onderwerp
De spuitopeningen van de printkop controleren
' voor informatie over de te nemen maatregelen.
Pagina 845 van 1112 pagina's
Het apparaat
Naar boven