Download Print deze pagina

Canon MG6100 Series Online Handleiding pagina 1074

Advertenties

Netwerksleutel/netwerkwachtwoord/wachtwoordzin instellen
Uitgebreide Handleiding
>
Over netwerkcommunicatie
wachtwoordzin instellen
N041
Netwerksleutel/netwerkwachtwoord/wachtwoordzin instellen
Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel is
toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten)
Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen
Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP-/WPA-/WPA2-
sleutel is toegewezen (u bent de WEP-/WPA-/WPA2-sleutel vergeten)
Raadpleeg de handleiding die bij uw toegangspunt is geleverd of neem contact op met de
fabrikant voor meer informatie over het installeren van een toegangspunt. Zorg dat de computer en
het toegangspunt met elkaar kunnen communiceren, en stel vervolgens het apparaat in zodat de
instellingen overeenkomen met die van het toegangspunt.
Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen
Raadpleeg de handleiding die bij uw toegangspunt is geleverd of neem contact op met de
fabrikant en controleer de instellingen van het toegangspunt. Zorg dat de computer en het
toegangspunt met elkaar kunnen communiceren, en stel vervolgens het apparaat in zodat de
instellingen overeenkomen met die van het toegangspunt.
Wanneer u WEP gebruikt
De lengte en indeling van de sleutel, de sleutel die u wilt gebruiken (uit 1 tot en met 4), en de
verificatiemethode van het toegangspunt, de printer en de computer moeten overeenkomen.
Gebruik de hexadecimale sleutel voor het apparaat als uw toegangspunt automatisch
gegenereerde WEP-sleutels gebruikt.
Voorbeeld:
Als u een sleutellengte van 64 bit gebruikt worden de volgende codes gegenereerd door het
toegangspunt wanneer u de string 'canon' invoert.
Sleutel 1: C9 42 28 B8 AE
Sleutel 2: 87 C0 FB 05 6B
Sleutel 3: 9A 15 FB F6 F3
Sleutel 4: 62 56 67 58 44
Voor communicatie met zo'n toegangspunt moet u het apparaat configureren om de sleutel te
gebruiken die door het toegangspunt wordt gegenereerd door deze in hexadecimale indeling
in te voeren.
Gewoonlijk selecteert u Auto voor de verificatiemethode. Anders selecteert u Open systeem
(Open System) of Gedeelde sleutel (Shared Key) volgens de instellingen van het
toegangspunt.
Wanneer het dialoogvenster WEP-details (WEP Details) wordt weergegeven nadat u op
Instellen (Set) hebt geklikt in het dialoogvenster Zoeken (Search), volgt u de instructies op het
scherm en stelt u de lengte en indeling van de sleutel, het sleutelnummer en de verificatie
voor het invoeren van een WEP-sleutel in.
Raadpleeg
Dialoogvenster WEP-details (WEP Details)
Wanneer u WPA of WPA2 gebruikt
De verificatiemethode, het wachtwoord en het dynamische coderingstype van het
toegangspunt, het apparaat en de computer moeten overeenkomen.
Voer de wachtwoordzin in die geconfigureerd is voor het toegangspunt (een reeks van 8 tot 63
alfanumerieke tekens, of een hexadecimaal nummer van 64 tekens).
Selecteer TKIP (basiscodering) (TKIP (Basic Encryption)) of AES (veilige codering) (AES
>
Problemen oplossen
> Netwerksleutel/netwerkwachtwoord/
voor meer informatie.
Pagina 1074 van 1112 pagina's

Advertenties

loading